Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: De verbouwing van het departement van binnenlandsche zaken
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0040

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
zijn die nu niet, of ik kan zien, dat de rijksbouwmeester de gevels niet herstelt in den
ouden vorm. Voor het Torentje herstelt hij niet de typische kruiskozijnen, brengt hij
evenmin aan de latijen in hun oorspronkelijken vorm. Bij het trapgeveltje brengt hij een
deur en een venster aan, die er nooit zijn geweest en geeft hij allen ramen ontlastings-
bogen, terwijl alleen de drie bovenste die hadden. Het veertiende-eeuwsche, nu weer
terecht met kanteelingen ontworpen geveltje trekt hij notabene een heele verdieping op!
Terwijl op alle oude afbeeldingen de kanteeling niet hooger ligt dan de top van den
trapgevel er naast, steekt die er in zijn ontwerp liefst eenige meters boven uit! Hij ontwerpt
er dan een rond venster in —
zooals op oude afbeeldingen
inderdaad voorkomt —, maar
hij heeft over het hoofd
gezien, dat dit venster in later
tijd vervangen is door de twee
vierkante vensters, welke wij
er nu nog vinden, en welke
hij óók behoudt. Deze hoogst
eigenaardige restauratie-
methode geeft dus de beide
elkander opgevolgd hebben-
de historische toestanden
boven elkaar!1) Wanneer
ik er in slaagde aan te toonen,
dat er oorspronkelijk in het
gehéél geen venster was ge-
weest, dan zou men den toren
nog eenige meters hooger
kunnen maken, ten einde
ook dat ontwikkelingsstadium
»van historisch en archaeo-
logisch belang” aan tijdgenoot
en nakomeling op treffende wijze voor oogen te kunnen stellen!

Maar badinage a part, de zaak is heusch ernstig genoeg. Want er is nog
meer; terwijl de »vage, oude afbeeldingen” duidelijk een geestig boogfriesje onder de
kanteeling te zien geven, geeft het »restauratie”-ontwerp een drooge, rechte uitkraging
van twee steentjes.

Was het nu werkelijk overdreven behoudzucht, archaeologische- en historische stok-
paard-berijderij, als men tegen zulk gehaspel aan een monument als ons Binnenhof met

Het torentje in de 16de eeuw.

1) Zie de afbeelding op blz. 28.
 
Annotationen