Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Korte mededeeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0103

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
ginning van den bodem en de ingebruikname van woeste gronden de overblijfsels van
oude menschelijke vestigingen en graven achteloos worden vernield, zonder dat zulks ter
kennis komt van een deskundige; vondsten worden geschonden en weggevoerd. Op die
wijze worden niet alleen materieele en ethische waarden vernietigd, maar ook wordt een
ontijdige grens gesteld aan de kennis van de ontwikkelingsgeschiedenis van het menschdom.
Het ontwerp wil geen verbod van uitvoer of blijvende eigendomsbeperking, slechts een
voorafgaande toestemming van de overheid voor opgravingen en een recht van voorkoop
voor den staat. Zie: De Bouwwereld, 1913, bl. 82.

Wanneer zal de Nederlandsche wetgever eindelijk het belang van eene regeling inzien?

Uitverkoop van oudheden in gemeente-bezit. — Kort geleden ontvingen wij bericht,
dat door de gemeente Nieuwkoop een antieke tafel was verkocht en in de N. R. Ct.
van 13 Mei 1.1. wordt vermeld, dat B. en Ws. van ’s-Gravensande voorstellen om een
antieke tafel en stoelen met losse wapenkussens uit de Rechtkamer te verkoopen. Dit
laatste wordt door den inzender niet ten onrechte »een ongekend schandaal” genoemd.

Ook in andere gemeenten geschieden dergelijke «opruimingen”, zonder dat men
er veel van hoort; men denke slechts aan de tafel uit het raadhuis te Bleiswijk, die
plotseling te ’s-Gravenhage in een antiquiteitenwinkel opdook.

Aan de nalatigheid van den Nederlandschen wetgever, die nog steeds in gebreke
bleef om in navolging van de overige beschaafde staten de zorg voor de monumenten
bij de wet te regelen, danken wij het, dat dergelijke «opruimingen” mogelijk blijven.

Arnhem. — Uit het 19e jaarverslag van de Vereeniging tot restauratie der Groote
of St. Eusebius-kerk te Arnhem nemen wij het volgende over. Een aanvang is gemaakt
met de herstelling van het noordertransept, en wel door het plaatsen van de steigers
voor de restauratie van de twee hoofdbeeren, en het groote, daartusschen liggende venster.
De stijlen en traceeringen voor dat groote venster werden geheel vernieuwd, terwijl met
de herstelling van de beide hoofdbeeren bij de pinakels daarvan begonnen werd.

Het gewichtigste is echter de veranderde gedragslijn ten opzichte van de oude
kosterswoning. Mocht het vorig verslag nog gewagen van «verbetering der kosterswoning,”
thans is gebleken, dat deze verbetering alleen te verkrijgen was, door deze woning voor
het grootste gedeelte te amoveeren. Daardoor kon ook het raam in het noordertransept,
waarin nu de geschilderde glazen zijn aangebracht, indertijd geschonken door wijlen
Mevr. Douairière Mollerus, op de oorspronkelijke grootte gebracht worden.

N. R. Ct. 15 Mei 1913.

Ned. Herv. Kerk te Egmond aan den Hoef. — Het in 1490 door Jan van Egmond
gestichte schilderachtig kerkje zal weldra gerestaureerd worden. Er liepen geruchten, dat
deze restauratie wel wat te ingrijpend zoude worden, doch dit gevaar schijnt thans voorbij

92
 
Annotationen