Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Weissman, Adriaan Willem: Oud-Haarlem
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0161

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
stijl, voorzien werd. Aan hei Spaarne 106 staat een goede gevel uit het midden der
18de eeuw, met rijke middenpartij en fraai-gesmeed stoephek in Rococostijl. Ook voor
den door Van Campen gebouwden gevel aan de Gedempte Oude Gracht 60 is zulk een
18de eeuwsch hek geplaatst; een soortgelijk hek is aan de Jansstvaat 53 aanwezig.

Zeker het meest monumentale werk, dat de 18dc eeuw tot stand heeft gebracht, is
het huis aan het Spaarne 30. Ofschoon het geen jaartal draagt, is aan den stijl te zien
dat het omstreeks 1790 gebouwd moet zijn.

Soms zijn gevels uit de 17de eeuw in de 18de eeuw verbouwd. Een voorbeeld daarvan,
is die, aan de Groote Houtstraat 20, oorspronkelijk door Jacob van Campen gebouwd,
doch omstreeks 1760, wat zijn benedendeel aangaat, in Rococostijl vernieuwd. Het schijnt,
dat toen veranderingen van beteekenis zijn gemaakt. Immers de honden, waarvan de
18de eeuwsche kroniekschrijver nog gewaagd, als boven het benedendeel uitgehouwen,
verdwenen sedert, en alleen het hert bleef over. De jaartalsteenen met »Anno 1652” moeten
vroeger hooger in den gevel gestaan hebben. Zij zullen hun tegenwoordige plaats pas
gekregen hebben, toen, in het begin der 19de eeuw, het bovendeel van den gevel
veranderd werd.

De gevel aan de Groote Houtstraat 99, oorspronkelijk in het laatst der 17de eeuw
gebouwd, zooals de thans verminkte top nog duidelijk doet zien, werd in het begin der
18de eeuw naar den toen heerschenden smaak veranderd. Later, omstreeks 1760, werden
nog de rijk gesneden deur en het fraai gesmeed stoephek aan het geheel toegevoegd.

Misschien is de eigenaardige top, met het jaartal 1658 en met de rijke cartouche,
welke zich aan de Groote Houtstraat 101 bevindt, van Vingboons. Maar het overige van
den gevel is 18de-eeuwsch, voor zoover het niet in onzen tijd geheel gemoderniseerd werd.

Een goed bewaard voorbeeld van den bouwtrant, die omstreeks 1730 in zwang
was, is de gevel aan de Groote Houtstraat 115. Hij bestaat hoofdzakelijk uit gebakken steen,
doch de middenpartij, met composiet-pilasters naast de deur en een rijk versierd venster
daarboven, is van gehouwen steen gemaakt. De top heeft door een slechte herstelling
geleden, doch het sierlijk gesmeede stoephek verdient bijzonder de aandacht.

Eindelijk vermelden wij nog twee 18de eeuwsche gevels aan de Kruisstraat. De
eerste No. 45, schijnt eveneens omstreeks 1730 gebouwd. Hij heeft een breed portiek
van de composiet-orde en daarboven een rijk omlijst raam, waarnaast twee vrouwenfiguren,
wier armen in leeuwenpooten overgaan. De kroonlijst van het gebouw is van de Dorische
orde en op het attiek prijken rijkbewerkte vazen. Eenvoudiger is de gevel No. 51. Hij
is echter van een sierlijk stoephek voorzien.

De architectuur is ook te Elaarlem een getrouwe afspiegeling van den geest der
tijden. De herleving der stad, na 1578 gaf aanleiding tot de betrekkelijk eenvoudige
gevels, van 1580 tot 1591 gebouwd. Toen kwam een tijdperk van bloei, nadat de Vlamingen
velerlei nijverheid naar het Spaarne hadden overgebracht. Van die welvaart getuigen de
gebouwen, door Lieven de Key ontworpen. Doch toen de 17de eeuw ten einde liep ging
de welvaart achteruit. De groote onderneming, het uitbreiden van Haarlem naar het

150
 
Annotationen