Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: Algemeene vergadering op 3, 4 en 5 Juli 1913 te Haarlem
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0174

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
om, als zij het noodig oordeelde, zich een lid te assumeeren ]). Tot leden der commissie
voor kasnaziening werden gekozen de heeren Van Dalen en Bouricius. Als plaats voor
de volgende Jaarvergadering werd na eenige discussie Breda aangewezen.

Door den Voorzitter werd gewezen op het groote belang van de Vlaamsche kunst
voor onze kunstgeschiedenis en op de wenschelijkheid om meer verband te brengen tusschen
de belangstellenden in Noord- en Zuid-Nederland. In verband hiermede opperde hij het
plan om van Bondswege een uitsluitend voor leden en correspondeerende leden van den
Bond toegankelijken tocht langs de centra van Vlaamsche kunst te organiseeren in overleg
met de deskundigen in België. Dit plan vond groote instemming en aan het Bestuur werd
verzocht de uitvoering van dit plan voor te bereiden.

Nadat de heer Sterck opmerkzaam gemaakt had op het gevaar, dat de Agnieten-
school te Amsterdam misschien zou loopen, van te worden verkocht — en gesloopt, werd
de Vergadering gesloten.

• Den volgenden morgen om 10 uur werden de Bondsleden in de met groen
versierde Raadzaal ontvangen. De Burgemeester sprak er zijn sympathie uit voor het
werk van den Bond en onze Voorzitter bedankte hem voor zijn hartelijke woorden. Toen,
onder de goede leiding van ons lid, de Vereeniging »Haerlem”, zagen zij Stadhuis en
Groote Kerk, waar orgelspel het genot van het aanschouwen verhoogde. In een groote
groep ging het daarna door de stad langs verschillende belangwekkende punten, naar de
Amsterdamsche Poort: het punt waar gerechtvaardigde oudheidkundige belangstelling en
verkeersbehoeften in strijd dreigen te komen. Vandaar door verschillende hofjes naar
Brinkman waar aan een welbezetten — en welvoorzienen — disch werd geluncht.

Na de lunch werd leyler bezocht, waar een bijzondere tentoonstelling uit de rijke
teekeningenverzameling te genieten viel. Het nieuwe Hals-museum was toen aan de beurt, en
tenslotte werd nog het Gasthuis met de fraaie regenten- en regentessekamers bezocht. Was
het wonder dat men zich dankbaar betoonde toen de dag besloten werd met het gezamenlijk
diner bij Roozen? Waarna nog enkelen bleven zitten in den gastvrijen tuin der Pelikanisten.

Zaterdag eindelijk zag heel wat minder Bondsleden te zamen. Naar Brederode
gingen slechts weinigen. Enkelen gaven de voorkeur aan een bezoek aan het Museum
Van Stolk. Maar het gezelschap groeide weer aan toen de Bond officieel ontvangen werd
door de Historische Commissie van de Tentoonstelling »de Vrouw 1813—1913”. Deze
in de 1813-kleedmg gedoscht wachtte de Bondsleden op en heette hen bij monde van
hare Voorzitster met een hartelijke toespraak welkom, wat door onzen Voorzitter met
groote waardeering werd beantwoord. Toen werd gezamenlijk geluncht, waarna men vol-
doende gesterkt was om den leerzamen tocht door het Huis 1813 te maken en door de
hieraan verbonden secties.

Eerst laat op den middag scheidden de laatsten. — De welgeslaagde Bondsdagen
behoorden tot het verleden.

H. E. v. G. 1

1) De gekozenen voor Bestuur en Redactie (behalve Dr Kalf) namen hunne benoeming aan.

163
 
Annotationen