Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: Jaarverslag van den secretaris over 1912 - 1913
DOI Artikel:
Neurdenburg, Elisabeth: Aanwinsten Nederlandsch Museum voor geschiedenis en kunst
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0180

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
verslag tot een afscheidswoord te maken, door den leden, en in de eerste plaats zijn mede-
bestuursleden dank te zeggen voor de heusche wijze, waarop zij met hem hebben samen-
gewerkt en de welwillendheid, waarmede zij hem te allen tijde zijn tegemoet gekomen,
waardoor nog te meer de vier jaren van zijn secretariaat hem in aangename herinnering
zullen blijven, wat er zeker toe zal bijdragen om hem, zij het dan niet als bestuurder,
toch als belangstellend lid te doen blijven medewerken aan het doel dat ons allen hier
te zamen brengt: de behartiging van alle belangen van onze Nederlandsche monumenten
van geschiedenis en kunst!

De Secretaris van den Ned. Oudheidkundigen Bond,
H. E. VAN GELDER.

■ =r=rr:„ ■ ■ ■ - -= ■

AANWINSTEN NEDERLANDSCH MUSEUM VOOR
GESCHIEDENIS EN KUNST.

De nieuwste aankoopen van het Nederlandsch museum zijn ditmaal aanwinsten op
een geheel nieuw terrein. Het zijn Fransche meubelfragmenten uit de 16de eeuw, die in
hun fijne Fransche omzetting van Italiaansche motieven laten zien, hoe er in een land
buiten Italië in die eeuw gewoekerd kon worden met de nieuwe vormen, die de renaissance
uit Italië naar het noorden had gebracht, zonder dat men daarbij tot copieeren verviel, of
iets voortbracht dat, hoe knap ook gemaakt, feitelijk niet aan eemgszins strenge aesthetische
eischen kon voldoen.

In de voorrede tot de tweede uitgave van den catalogus der meubelen heb ik er
over gesproken hoe belangrijk in de tweede helft der 16de eeuw, toen de renaissance-
vormen steeds meer tot ons doordrongen, het Fransche meubel met het oog op vorm en
ornament voor ons is geweest. We moeten echter ook niet uit het oog verliezen het nut,
dat alleen al het bezitten van voorbeelden uit een belangrijke kunstperiode van een ander
land zoowel voor de bestudeering der kunstgeschiedenis als voor het juiste inzicht in
vorm en ornament voor den modernen kunstnijvere heeft.

Deze opmerkingen waren door den directeur natuurlijk reeds lang gemaakt. Hij
zocht al eenigen tijd naar voor het museum geschikte stukken. Dat hij geen geheele
meubelen kon koopen zal niemand verwonderen, die de zeldzaamheid en de daarmede
gepaard gaande kostbaarheid der Fransche 16de eeuwsche meubelen kent. Voor den vorm
dier meubelen kunnen we bij deze paneelen slechts tot op zekere hoogte in de leer gaan,
maar voor het ornament zijn ze van beteekenis.

Onder de belangrijkste nieuwe aanwinsten behooren wel de donkerbruine glanzend-
notenhouten kastdeurtjes, die samen met een paar stijlen en dorpels het grootste deel van
het front van een Fransche kast uit de tweede helft der 16de eeuw vormen. Afbeelding I
vertoont de deurtjes van de bovenkast. Afbeelding I A het front van de onderkast, waaraan
de lade, die tusschen de twee consoles schoof, en een deel van den onderdorpel met de
pooten ontbreken. Molinier beeldt op plaat X van zijn »Meubles du Moyen Age et de

169
 
Annotationen