Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI issue:
Nr. 4-5
DOI article:
Dingemans, W. J.: Iets over Gorinchem en de Heilige Geestkapel
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0198

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
het gebouw eene andere bestemming heeft gekregen. Deze luiken en de deur zijn werk
van de ambachtsschool, ook het ijzerbeslag daarop werd door de leerlingen van die school
onder leiding van hunne leermeesters gesmeed, naar het ontwerp van den Heer van Zeggeren.
Zoowel ontwerp als uitvoering verdienen lof.

Nog een ander werk zou ik deze heeren met hunne leerlingen graag opdragen.
Er bestaat in Gorcum nog een oud bruggetje met gesmeedijzeren leuningen, dat eens
rijkelijk versierd was, met mooie gesmeede hoeken. Deze ornamenten zijn op 2 na allen
verdwenen en van die 2 is nog slechts een gaaf, — maar met behulp van dat eene gave
stuk is heel dat bruggetje gemakkelijk te reconstrueeren. Het smeden van zoo’n hoek-
ornament zou een proefstuk kunnen worden voor de leerlingen, en langzaam maar zeker
zouden dan de 26 stukken tot stand komen, die nu ontbreken.

Dat eens zoo fijne bruggetje leidde over de Schuttersgracht naar de tuintjes, waar

Brug aan de Schuttersgracht.

de rijke burgers hun koepel hadden en zomersavonds thee dronken. In kuitebroek en
zijden rokken gingen ze over het bruggetje met zijne als kantwerk versierde leuningen.
Als dat bruggetje weer zoo mooi wordt als weleer, zal ik ook een kuitebroek aantrekken
en krul in mijne haren brengen — ik zal voor mijne vrouw een staatsiejurk naar ouden
trant laten maken, want anders kunnen wij niet over dat mooie bruggetje gaan, wij zijn
te leelijk! Dat geldt natuurlijk alleen van mij met mijn colbert of zwarte jas en niet van
mijne vrouw — en niet van mijne kinderen, wier oogen stralen van jeugd en vroolijkheid—
maar toch wat is er veel in de wereld leelijk geworden! Gelukkig dat de bloemen nog
bloeien en de blaren nog ruischen als weleer — dat de witte wolken nog jagen door de
blauwen hemel als voor eeuwen en eeuwen. Dat is de eeuwige schoonheid die met ontnomen
kan worden. Maar toch ook willen wij bewaren, behoeden en herstellen het mooie maar
vergankelijke menschenwerk dat door de eeuwen heen tot ons kwam; opdat dit een

13

187
 
Annotationen