Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:
Korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0227

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Dat alles werd gedragen met stilzwijgen. Maar dat is niet vol te houden, het wordt
hoe langer hoe erger. Niet alleen, dat men (de plannen van Minister Regout al te nauwgezet
uitvoerende!) nu nog bezig is om bijvoorbeeld den aardigen wandelgang, die aan de
Westzijde van het Binnenhof over de geheele breedte de oude vertrekken van het Stad-
houderlijk kwartier verbindt, eenvoudig zijn karakter te ontnemen door hem dicht te
bouwen en er een muur in te plaatsen (om ruimte te vinden voor een W. C.ü), nu
drijft men het vandalisme zelfs zoo ver, dat men aan de oude Hofkapel der Hollansche
graven de eenige schennis aandoet, welke men haar voor een dertigtal jaren nog had
bespaard. Toen heeft men boven de oude gewelven de vertrekken voor het Ministerie
van Waterstaat gebouwd, en daarmede het gevelaspect aan de Vijverzijde van een aller-
karakteristiekst gedeelte beroofd. Maar de kapelvloer met de oude grafsteenen, waaronder
de oude kelders, waarin vele der Hollandsche graven en hunne aanzienlijken zijn terust
gelegd, heeft men met rust gelaten. Dat heeft nu blijkbaar ook lang genoeg geduurd : de
vloer ligt opengebroken, de zerken worden er uit gehaald, en overgebracht naar een kelder
onder de grafelijke zalen. De gewelven zullen worden uitgebroken en het moderne T-ijzer
zal de oude structuur vervangen! Er is ook haast bij, want in de twintigste eeuw

is de Staat der Nederlanden bezig in het hart van de residentiestad kamers voor

ministerieambtenaren uit te breken in de eens gewijde vloer, waar voor eeuwen de Hollandsche
graven een veilige rustplaats meenden gevonden te hebben voor het overschot van wie
hun lief waren. En in den wandelgang der Stadhouders doet hij secreten plaatsen!

Wij dachten met de monumentenbescherming en met den eerbied voor de historie
wat op te schieten! Alles illuzie! Als het Rijk zoo vóór gaat, dan is immers alles mogelijk.

Van »zeer bevoegde zijde” is hierop aan het Vad. geantwoord:

1°. dat de muren en het dak van den ouden hofkapel bewaard blijven;

2°. dat reeds in 1879 ruiming van de grafelijke graven plaats had. Bij de verbouwing

in dit jaar werden de beenderen in een looden kist verzameld en deze kist drie meter
diep in denzelfden grond op nieuw begraven. De zerken werden als vloerbedekking weer
neergelegd. Ze dekken dus nu geen graven meer. Aangezien zij moeilijk als vloer voor
de nieuwe ambtenaars-vertrekken konden dienen, besloot men ze naar de grafelijke zaal
over te brengen. Bij de werkzaamheden aan de achter- (water) zijde van de kapel stootte
men op gewelven, die vermoedelijk ook graven bedekken. Men bracht dadelijk daar weer
grond op en liet ze onaangeroerd.

3°. Het plaatsen van W. C.’s in den wandelgang is bedoeld als een tijdelijke
maatregel. Zoodra men meer ruimte krijgt, zullen deze wederom verplaatst worden en
de gang in haar ouden toestand worden hersteld;

4°. de »oude gewelven”, die zullen worden uitgebroken en door »T-ijzers” vervangen,
zijn geen.... oude gewelven doch bouwsels daar in 1879 aangebracht;

5°. ging inderdaad minister Regout niet van een vast plan uit en nam Z.E. gaarne
zooveel mogelijk de leiding op zich. Veranderingen en zekere uitbreidingen waren daarvan
het gevolg.

216
 
Annotationen