als de Amsterdamsche. Zij vertoonen ook dezelfde kleuren, terwijl er bovendien één
effen licht-grijsblauw en één wit is.
De twee Madonnaschotels komen geheel overeen in compositie en teekening,
vooral ook in de eigenaardige manier, waarop het hoofd van de Madonna geschaduwd
is. Alleen in de binnenteekening van het naakt merken we kleine verschillen op. Ook
de kleuren van beide schotels zijn niet dezelfde, maar het palet van het Keulsche exemplaar
is toch hetzelfde dat afwisselend alle bekende Nederlandsche stukken vertoonen. Blauw
zijn de mantels der beide Madonna’s, beide met een gelen zoom afgezet en wit tot
blauw zijn de hoofddoeken. Het kleedje van het Christuskind op den Keulschen schotel
is paars, dat op den Amsterdamschen groen. In de haren en gezichtschaduwing en in de
stralenkrans om de Madonna vertoont de Keulsche schotel veel oranjebruin, terwijl de
lichtkransen om de hoofden en de gewaadzoomen geel zijn. Op het exemplaar in het
Nederlandsch museum is dat alles mét nog een der
cirkels op den rand van den schotel geel, oranjegeel t).
Het blauwe veld met witte sterbloemetjes, dat, door
cirkels in tweeën gedeeld, de Madonna op den
Keulschen schotel omringt, feitelijk een patroon van
blauwe en witte ruitjes, is, zooals ook Dr. Creutz
heeft opgemerkt, een herinnering te meer aan de
afkomst van deze majolika d. w. z. aan de majolika
die op onze vroeg-Nederlandsche grooten invloed
heeft gehad, die van Faënza. Dit ornament, dat op 5
van de 8 schotels, deels in blauw en wit, deels in
groen, geel of bruin, en wit voorkomt, vinden we,
behalve op een in Flolland opgegraven klein fragment
in het Nederlandsch Museum, op een schotel, die
dit museum dezer dagen uit particulier bezit ten ge-
schenke heeft gekregen, en eveneens op een paar
andere schotels in particuliere verzamelingen en in het Kunstgewerbe-Museum in Hamburg.
Ook de versiering van blauwe schuine strepen op de randen van bijna al deze schotels
kennen we reeds van andere stukken.
Na het bovengezegde en naast de afbeeldingen is het niet noodig de schotels
stuk voor stuk te bespreken. De kleuren zijn in het kort: wit fond, waarop blauw, geel,
oranjebruin en groen. De sterbloemetjes of ruitjes zijn, als gezegd, deels wit op blauw fond,
deels een ruitjespatroon van wit, blauw en geel of oranjebruin (afb. IVe). Eén bordje dat
niet hierbij is afgebeeld, is geheel met witte sterbloemetjes op blauw fond bedekt, op
dezelfde wijze als bovengenoemde nieuwe aanwinst van het Nederlandsch Museum.
1) Afb. I geeft juister dan afb. II de verhouding der kleuren weer, daar de gele heiligen-
kransen en mantelzoomen daar lichter zijn dan de blauwe mantel en de oranjebruine stralenkrans.
Het geel van het schotelfragment is op de afbeelding te donker, de blauwe mantel is te licht.
229
effen licht-grijsblauw en één wit is.
De twee Madonnaschotels komen geheel overeen in compositie en teekening,
vooral ook in de eigenaardige manier, waarop het hoofd van de Madonna geschaduwd
is. Alleen in de binnenteekening van het naakt merken we kleine verschillen op. Ook
de kleuren van beide schotels zijn niet dezelfde, maar het palet van het Keulsche exemplaar
is toch hetzelfde dat afwisselend alle bekende Nederlandsche stukken vertoonen. Blauw
zijn de mantels der beide Madonna’s, beide met een gelen zoom afgezet en wit tot
blauw zijn de hoofddoeken. Het kleedje van het Christuskind op den Keulschen schotel
is paars, dat op den Amsterdamschen groen. In de haren en gezichtschaduwing en in de
stralenkrans om de Madonna vertoont de Keulsche schotel veel oranjebruin, terwijl de
lichtkransen om de hoofden en de gewaadzoomen geel zijn. Op het exemplaar in het
Nederlandsch museum is dat alles mét nog een der
cirkels op den rand van den schotel geel, oranjegeel t).
Het blauwe veld met witte sterbloemetjes, dat, door
cirkels in tweeën gedeeld, de Madonna op den
Keulschen schotel omringt, feitelijk een patroon van
blauwe en witte ruitjes, is, zooals ook Dr. Creutz
heeft opgemerkt, een herinnering te meer aan de
afkomst van deze majolika d. w. z. aan de majolika
die op onze vroeg-Nederlandsche grooten invloed
heeft gehad, die van Faënza. Dit ornament, dat op 5
van de 8 schotels, deels in blauw en wit, deels in
groen, geel of bruin, en wit voorkomt, vinden we,
behalve op een in Flolland opgegraven klein fragment
in het Nederlandsch Museum, op een schotel, die
dit museum dezer dagen uit particulier bezit ten ge-
schenke heeft gekregen, en eveneens op een paar
andere schotels in particuliere verzamelingen en in het Kunstgewerbe-Museum in Hamburg.
Ook de versiering van blauwe schuine strepen op de randen van bijna al deze schotels
kennen we reeds van andere stukken.
Na het bovengezegde en naast de afbeeldingen is het niet noodig de schotels
stuk voor stuk te bespreken. De kleuren zijn in het kort: wit fond, waarop blauw, geel,
oranjebruin en groen. De sterbloemetjes of ruitjes zijn, als gezegd, deels wit op blauw fond,
deels een ruitjespatroon van wit, blauw en geel of oranjebruin (afb. IVe). Eén bordje dat
niet hierbij is afgebeeld, is geheel met witte sterbloemetjes op blauw fond bedekt, op
dezelfde wijze als bovengenoemde nieuwe aanwinst van het Nederlandsch Museum.
1) Afb. I geeft juister dan afb. II de verhouding der kleuren weer, daar de gele heiligen-
kransen en mantelzoomen daar lichter zijn dan de blauwe mantel en de oranjebruine stralenkrans.
Het geel van het schotelfragment is op de afbeelding te donker, de blauwe mantel is te licht.
229