Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 6.1913)

Dit stuk, in heldere kleuren gedaan en van een meester van wien elders geen
enkel werk voorkomt, staat niet zoo op zich zelf als men aanvankelijk zou meenen.
Toen ik aan Dr. Hofstede de Groot de foto het zien met de vraag of hij ander werk
van den meester wellicht ontmoet had, was hij zoo welwillend mij zijnerzijds de fotografie
te toonen van een stilleven, gedaan door den al even onbekenden schilder A. Cophessen,
welk werk zich, als ik wel heb, in de verzameling von Mallmann te Berlijn bevond.
Het was opmerkelijk, hoe dit stuk met dat van Bouman in de voorstelling overeenkwam.
Verder herinner ik mij in het Louvre, in de zaal van de collectie Lacaze, twee anonieme

Afb. 3. J. Bouman, Stilleven met vruchten. (Verzam. der signora Vienna te Rome).

stillevens met vruchten gezien te hebben, die eveneens in stijl en trant met Bouman en
Cophessen geheel overeenkwamen. Hier moet een groep van stilleven-schilders geweest
zijn, die op zich zelf stond en niet werkte op de manier van de Haarlemmers als Pieter
Claesz. of Heda, nóch in den zwaren Vlaamsch-Napelschen trant van Snijders, David
de Coninck, Fijth en hun consorten, maar die in blondere kleuren, niet zelden met het
teenen korfje en meestal met het witplanken achtergrondje, een eigen genre er op nahield.
Mogelijk een goedkooper genre, voor de boeren en buitenlui i).

1) Of een archaïstisch genre? — Vgl. vooral ook het stilleven op het familieportret van Jan van
Scorel te Kassei.

238