Vooral munten en penningen op Friesland betrekking hebbende, penningen uit bet tijdperk
van den 80-jarigen oorlog en zoogenaamde »Oranjepenningen” werden door Wigersma
met voorliefde verzameld, terwijl hij aan fraaie gedreven 17de eeuwsche stukken en met
smaak en overleg gekozen moderne Fransche en Oostenrijksche penningen gaarne eene
plaats in zijne verzameling inruimde i 2').
Veel van de beste stukken zijn weder naar het buitenland verhuisd, maar dankbaar
mag geconstateerd worden, dat vooral in Friesland menig belangrijke munt of penning
op die provincie betrekking hebbende gebleven is. biet mocht den heer P. C. J. A. Boeles,
die Wigersma als conservator der penningverzameling van het Friesch Genootschap opvolgde,
gelukken gelden bijeen te brengen,
zoodat nagenoeg alle aan het Friesch
Genootschap ontbrekende en op Fries-
land betrekking hebbende stukken
konden worden verkregen. Ook voor
en door Friesche particulieren werden
eenige belangrijke stukken verworven,
terwijl het Kon. Penningkabinet mede
eenige belangrijke nommers bemachtig-
de, die de rijke seriën der FlaagscheVer-
zameling op eene gelukkige wijze ver-
rijkten. De voornaamste afdeelingen,
waarin de catalogus verdeeld was:
historiepenningen, Oranjepenningen,
moderne penningen, Friesche numis-
matiek, Nederlandsche en buiten-
landsche munten willen wij even
vluchtig nagaan en bij de belangrijkste
nommers een oogenblik stilstaan.
De eerste afdeeling bevatte een aan-
tal penningen uit den tijd van den
80-jarigen oorlog, waarvan de meeste, zonder bepaald zeldzaam te zijn, tegenwoordig zeer ge-
zocht worden, zoodat er flinke prijzen voor besteed werden. De beide prachtige doorW. Mulder
gedreven penningen ter eere van de admiralen de Ruyter en Evertsen (Nos. 55 en 56), nog
geborgen in de oorspronkelijke zwart-houten doozen waarin de beschrijvende verzen door den
advokaat J. Blasius :) brachten elk ƒ 200.— op. Ook om de fraaie door P. van den Abeele
gedreven penningen, die hier te lande steeds zeldzamer voorkomen, werd hevig gestreden.
1) In het Tijdschrift van het Kon. Ned. Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1912, en in
de »Vrije Fries”, deel XXI komen uitvoerige levensbeschrijvingen van den sympathieken verzamelaar voor.
2) Deze verzen komen voor in »Onze mannen ter zee in dicht en beeld” door Dr. D. F. Scheurleer
II, pag. 94 en 99.
1777. Harddraverij te Leeuwarden.
240
van den 80-jarigen oorlog en zoogenaamde »Oranjepenningen” werden door Wigersma
met voorliefde verzameld, terwijl hij aan fraaie gedreven 17de eeuwsche stukken en met
smaak en overleg gekozen moderne Fransche en Oostenrijksche penningen gaarne eene
plaats in zijne verzameling inruimde i 2').
Veel van de beste stukken zijn weder naar het buitenland verhuisd, maar dankbaar
mag geconstateerd worden, dat vooral in Friesland menig belangrijke munt of penning
op die provincie betrekking hebbende gebleven is. biet mocht den heer P. C. J. A. Boeles,
die Wigersma als conservator der penningverzameling van het Friesch Genootschap opvolgde,
gelukken gelden bijeen te brengen,
zoodat nagenoeg alle aan het Friesch
Genootschap ontbrekende en op Fries-
land betrekking hebbende stukken
konden worden verkregen. Ook voor
en door Friesche particulieren werden
eenige belangrijke stukken verworven,
terwijl het Kon. Penningkabinet mede
eenige belangrijke nommers bemachtig-
de, die de rijke seriën der FlaagscheVer-
zameling op eene gelukkige wijze ver-
rijkten. De voornaamste afdeelingen,
waarin de catalogus verdeeld was:
historiepenningen, Oranjepenningen,
moderne penningen, Friesche numis-
matiek, Nederlandsche en buiten-
landsche munten willen wij even
vluchtig nagaan en bij de belangrijkste
nommers een oogenblik stilstaan.
De eerste afdeeling bevatte een aan-
tal penningen uit den tijd van den
80-jarigen oorlog, waarvan de meeste, zonder bepaald zeldzaam te zijn, tegenwoordig zeer ge-
zocht worden, zoodat er flinke prijzen voor besteed werden. De beide prachtige doorW. Mulder
gedreven penningen ter eere van de admiralen de Ruyter en Evertsen (Nos. 55 en 56), nog
geborgen in de oorspronkelijke zwart-houten doozen waarin de beschrijvende verzen door den
advokaat J. Blasius :) brachten elk ƒ 200.— op. Ook om de fraaie door P. van den Abeele
gedreven penningen, die hier te lande steeds zeldzamer voorkomen, werd hevig gestreden.
1) In het Tijdschrift van het Kon. Ned. Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1912, en in
de »Vrije Fries”, deel XXI komen uitvoerige levensbeschrijvingen van den sympathieken verzamelaar voor.
2) Deze verzen komen voor in »Onze mannen ter zee in dicht en beeld” door Dr. D. F. Scheurleer
II, pag. 94 en 99.
1777. Harddraverij te Leeuwarden.
240