Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Kerkwijk, A. O. van: Munt- en penningveiling Wigersma
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0252

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Friesland. Rozenobel tusschen 1580 en 1590 geslagen.

Prins Maurits en Prins Frederik Hendrik brachten ƒ 151.— en ƒ80.— op, terwijl de portret -
penning van Prins Willem II voor ƒ80.— voor Nederlandsche rekening aangekocht werd. Ook
voor de Oranjepenningen bleek bij de buitenlandsche verzamelaars nog groote belangstelling
te bestaan; de fraaie penning in 1627 geslagen ter eere van Frederik Hendrik, met op
de voorzijde zijn borstbeeld, omringd door de wapens der zeven provinciën en op de
keerzijde het door de Orde van den Kouseband omgeven wapen van den Prins werd
voor ƒ90.— toegeslagen. Ook de enkele zeer Iraai bewaarde penningen uit het tijdperk
van den Koning-Stadhouder Willem III

brachten flinke prijzen op.

Weinig liefhebberij daarentegen
bleek er te bestaan voor de moderne
Fransche en Oostenrijksche penningen,
slechts enkele stukken van Roty en
Chaplain konden eenigszins belangrijke
prijzen besommen, doch de meeste
werden voor enkele guldens gegund.

Van de Friesche penningen ver-
kreeg het Friesch Genootschap No. 286

een dooppenning door den Duitschen medailleur J. Höhn. Volgens het ingesneden kantschrift
werd de penning in 1664 vereerd aan Jans Clasens Molenaer te Hinlopen. Ook het volgend
nommer, de dooppenning van Dionysius Augustinus Winkler, te Dijnum 26 Febr. 1694
geboren, werd aan dat Genootschap toegewezen ƒ. Een zeer belangrijk stuk uit deze
afdeeling was No. 290 een groote zilveren penning volgens het op de keerzijde er op

voorkomende opschrift »ter gedachtenisse geschonken aan
Jan Runia wegens gedaane diensten als keurmeester van
eene harddraverij om een gouden sweep, landsweege
vertoond bij Leeuwarden aan Sijne Doorluchtige Hoog-
heit den Heere Prince van Oranje en Nassau, aan
Hoogst-Desselvs Koninglijke Gemalinne en aan de
Vorstelijke Kinderen op den 2en September 1777 door
de Ed. Mogende Heeren Staaten van Vriesland.”

De harddraverij werd gehouden buiten de Hoekster-
poort te Leeuwarden, op den zoogenaamden »Zwarten Weg” achter het Tolhuis. De prijs, de
gouden zweep, waar 27 paarden om kampten, werd door het paard van Laas Boumans,
koopman te Franeker gewonnen. Op de voorzijde wordt de harddraverij afgebeeld, op den
voorgrond een aantal toeschouwers door een vaart (de zoogenaamde »Bonke”), van de baan

Friesland. Goudgulden van
George van Saksen, bewindvoerde
van Friesland. (1504-1515).

1) Deze beide penningen zijn door Wigersma beschreven en afgebeeld in zijn belangrijk opstel
»Familiepenningen” in het Tijdschrift van het Kon. Ned. Genootschap voor Munt- en Penningkunde,
1909, pl. X, No. 13 en No. 16.

241
 
Annotationen