DOI issue:
Nr. 6
DOI article:Korte berichten
DOI Page / Citation link:https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0270
Kerk te Voorhout. — De Heer C. de Graaff deelt in »A.rchitectura” van 6Dec.j.l.
mede, dat behalve de twee oude doodkisten, vermeld in het artikel over de kerk te
Voorhout in het vorig nr. van het »Bulletin”, nog een derde tufsteenen kist voor den
dag is gekomen bij het graven voor de fundeering voor een catechisatiekamer, dz 4Va M.
benoorden het oude choor. Bij het openbreken van den vloer in de oude consistoriekamer
werd een tweede grafkelder ontdekt, waarin zich de geraamten van drie priesters in ornaat
bevonden. Op een koperen plaat stond:
R. Ocke, R. C. Pastor
van de St. Lodewijkskerk
te Leijden.
Overleden 1816.
Ook deze kelder is weer toegemetseld.
Wering van brandgevaar voor monumenten van geschiedenis en kunst. — De minister
van binnenlandsche zaken heeft de gemeentebesturen uitgenoodigd maatregelen te nemen
ter voorkoming van brandgevaar voor monumenten van geschiedenis en kunst in al die
gevallen, waarin zoodanig gevaar te voorzien is, inzonderheid als op daken of in dak-
goten met vuur moet worden gewerkt.
Op uitnoodiging van B. en W. van Utrecht adviseert de rechtskundige commissie
aldaar om bij belangrijke gebouwen het werken met heet of gesmolten metaal, asphalt
of houtcement, met een vuurpot of met een door spiritus of benzine werkende soldeer-
lamp, -bout of afbrandlamp te verbieden en B. en W. bevoegd te verklaren van dit
verbod ontheffing te verleenen onder door hen te stellen voorwaarden.
Als belangrijke gebouwen zouden volgens de commissie zijn aan te merken die,
welke zelve uit het oogpunt van geschiedenis en kunst groote waarde bezitten of wel
tot bewaring van verzamelingen van dergelijke waarde dienen.
Bij het ontwerpen van de lijst der vorenbedoelde gebouwen heeft zij gemeend
particuliere woningen daarin niet te moeten opnemen om de vrijheid der ingezetenen
niet al te zeer aan banden te leggen.
Monumentenarchief. — Op den dit jaar te Dresden gehouden Denkmalpflegetag
werd door Professor F. Wol ff eene voordracht gehouden over »Denkmalarchive”, welke
thans te Berlijn bij Wilh. Ernst en Sohne in druk is verschenen (20 bl. met 5 afb.,
gebonden 2 Mark).
Wij hopen later hierop uitvoeriger terug te komen, als het verslag van den
Denkmalpflegetag verschenen is, — voorloopig volstaan wij met het volgende korte over-
zicht om de aandacht op dit boekje te vestigen.
De schrijver begint met een uitvoerig overzicht van hetgeen reeds op dit gebied
is geschied, in het bijzonder in Frankrijk sinds de instelling der Commission des monuments
historiques in 1837, en later in Duitschland.
259
mede, dat behalve de twee oude doodkisten, vermeld in het artikel over de kerk te
Voorhout in het vorig nr. van het »Bulletin”, nog een derde tufsteenen kist voor den
dag is gekomen bij het graven voor de fundeering voor een catechisatiekamer, dz 4Va M.
benoorden het oude choor. Bij het openbreken van den vloer in de oude consistoriekamer
werd een tweede grafkelder ontdekt, waarin zich de geraamten van drie priesters in ornaat
bevonden. Op een koperen plaat stond:
R. Ocke, R. C. Pastor
van de St. Lodewijkskerk
te Leijden.
Overleden 1816.
Ook deze kelder is weer toegemetseld.
Wering van brandgevaar voor monumenten van geschiedenis en kunst. — De minister
van binnenlandsche zaken heeft de gemeentebesturen uitgenoodigd maatregelen te nemen
ter voorkoming van brandgevaar voor monumenten van geschiedenis en kunst in al die
gevallen, waarin zoodanig gevaar te voorzien is, inzonderheid als op daken of in dak-
goten met vuur moet worden gewerkt.
Op uitnoodiging van B. en W. van Utrecht adviseert de rechtskundige commissie
aldaar om bij belangrijke gebouwen het werken met heet of gesmolten metaal, asphalt
of houtcement, met een vuurpot of met een door spiritus of benzine werkende soldeer-
lamp, -bout of afbrandlamp te verbieden en B. en W. bevoegd te verklaren van dit
verbod ontheffing te verleenen onder door hen te stellen voorwaarden.
Als belangrijke gebouwen zouden volgens de commissie zijn aan te merken die,
welke zelve uit het oogpunt van geschiedenis en kunst groote waarde bezitten of wel
tot bewaring van verzamelingen van dergelijke waarde dienen.
Bij het ontwerpen van de lijst der vorenbedoelde gebouwen heeft zij gemeend
particuliere woningen daarin niet te moeten opnemen om de vrijheid der ingezetenen
niet al te zeer aan banden te leggen.
Monumentenarchief. — Op den dit jaar te Dresden gehouden Denkmalpflegetag
werd door Professor F. Wol ff eene voordracht gehouden over »Denkmalarchive”, welke
thans te Berlijn bij Wilh. Ernst en Sohne in druk is verschenen (20 bl. met 5 afb.,
gebonden 2 Mark).
Wij hopen later hierop uitvoeriger terug te komen, als het verslag van den
Denkmalpflegetag verschenen is, — voorloopig volstaan wij met het volgende korte over-
zicht om de aandacht op dit boekje te vestigen.
De schrijver begint met een uitvoerig overzicht van hetgeen reeds op dit gebied
is geschied, in het bijzonder in Frankrijk sinds de instelling der Commission des monuments
historiques in 1837, en later in Duitschland.
259