Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 12.1919)

Waar in Nederland de verhouding tusschen plattelands-cultuur en die van de
steden geheel anders is dan in Skandinavië, ligt het voor de hand, dat de hoofdkern
van een Nederlandsch Historisch museum, de meest uitgebreide afdeeling, de geschiedenis
van de steden bevatten zal en dat vermoedelijk een der grootere gemeenten in het land
zal worden uitgenoodigd, gastvrouw te worden van deze nieuwe stichting. Bestond het
Openluchtmuseum nog niet, dan ware het, ter wille der volledigheid, gewenscht een
plattelands-cultuurhistorische afdeeling, met een gebouwen-museum daaraan te verbinden.

Thans evenwel zal het streven naar deze volkomenheid, als eisch voor een algemeen

Fig. 4. 17de eeuwsch Saksisch boerenhuis. Binnenaanzicht van het woongedeelte.

Historisch museum, niet meer gehandhaafd kunnen worden; want Nederland heeft in
zijn Openluchtmuseum een historisch plattelandsch-museum, dat wel nog jong is en in
zijn eersten groei, maar grooter van opzet en, door de gebouwenafdeeling, uitgebreider van
samenstelling, dan het, als onderafdeeling van een Historisch museum, ooit worden zou.

Een samensmelting van beide musea ware alleen dan mogelijk, als ze in de zelfde
gemeente gevestigd zouden zijn. Het bestendigen evenwel der scheiding van plattelands-
cultuur en die der steden behoeft volstrekt geen overwegend bezwaar mede te brengen,
mits er goede en volkomen samenwerking verkregen wordt en het Nederl.Openlucht-

72