Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 2]
DOI Artikel:
Verslagen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0098

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
op Zoom, Eersel, Ewijk, Geertruidenberg, Haarlem, Maastricht en Nieuwpoort, herstel van
oude schilderijen en muurschilderingen te Brouwershaven, Medemblik, Borne en Deventer.

Aan het slot geeft de Commissie een verslag welke veranderingen in hare samenstelling
en werkwijze door haar noodig worden geacht bij de plannen tot reorganisatie der Commissie.

Twee bijlagen bevattende de lijst der gemeenten, die eene verordening tegen het
loodgietersgevaar hebben ingevoerd, en eene derde aanvullingslijst bij den nieuwen Catalogus
van de boekerij, de aanwinsten bevattende van 1917—15 Mei 1918, zijn aan het verslag
toegevoegd.

Tweede Jaarverslag der Vereenigingvoor Terpenonderzoek (1 Mei 1917—30 April 1918). —
Evenals in 1916 heeft Dr. A. E. van Giffen voor de Vereeniging in 1917 opgravingen
verricht in de wierde »De Wierhuizen” te Jukwerd bij Appingedam van eind Mei tot
half Augustus 1917. — De resultaten van de opgraving waren belangrijk. Talrijke grond-
sporen kwamen daarbij aan het licht. Gedeeltelijk waren het mestputten, gedeeltelijk de
overblijfselen der fundamenten van gebouwen. Ook groepen van palen werden waar-
genomen en het was mogelijk om deze palen te combineeren, zoodat zelfs de constructie
van gebouwen eenigszins duidelijk werd. Deze ontdekkingen konden alle geschieden in
het gedeelte der wierde, dat op wetenschappelijke wijze werd onderzocht. In het aan de
practijk opgeofferde gedeelte kon Dr. van Giffen toch ook een belangrijke waarneming
doen. Daar werd telkens in het profiel, dat bij het afgraven ontstond, duidelijk de door-
snede zichtbaar van een kleinen heuvel, blijkbaar met een middellijn van ongeveer 50 Meter.
Hier werd dus in de wierde een afzonderlijke hoogte geconstateerd en aldus een nieuwe
bevestiging verkregen voor de hypothese van kernbouw bij de terpen. De bij de
opgraving gevonden voorwerpen werden voorloopig overgebracht naar het Zoölogisch
Laboratorium der Rijks-Universiteit te Groningen om daar door Dr. van Giffen te worden
bewerkt. Daar de voor rekening der Vereeniging verrichte opgravingen zeer kostbaar
zijn, kon er in 1918 slechts op beperkte schaal worden gegraven. Bij het verslag vindt
men een kaart van de wierde, een palenkaart voor de jaren 1916—1917, een kaart
van huisconstructie’s en een aantal zeer duidelijke photo’s. Het Bestuur meent den
Heer van Giffen een woord van hulde te moeten brengen voor zijn zaakkundige leiding.
Van de zorg, waarmede hij de opgraving heeft geleid, is dit Verslag een sprekend getuige.

Nederlandsch Historisch Instituut te Rome, Jaarverslag 1917. — De directeur
Dr. A. H. L. Hensen werd nog steeds door den oorlog verhinderd om naar Rome terug
te keeren en gebruikte zijnen tijd in Holland voor het voorbereiden van wetenschappelijke
publicaties. Het bureau te Rome werd overgebracht naar de via Zanardelli 36.

Door Dr. G. J. Hoogewerff werd een supplement bewerkt, als derde deel van de
«Bescheiden in Italië betreffende Ned. Kunstenaars en Geleerden” in de kleine serie van
de Rijks geschiedkundige publicaties. Thans blijven nog de rechterlijke en de parochiale
archieven te behandelen. Een begin werd daarbij gemaakt met de Libri Relationum

88
 
Annotationen