Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 4]
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: Jaarverslag van den Secratris
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0157

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Meermalen is de Bond moeten opkomen in het belang van monumenten van
geschiedenis en kunst. De voornaamste dezer bemoeiingen volgen hier:

In Deventer werd een huis aan de Korte Bisschopstraat (n°. 14), waarvan de bovenhelft
een goed bewaard staal van barok-architectuur te zien geeft, aangekocht door een firma,
die kruidenierszaken exploiteert. Men vreesde voor afbraak. Zoodra dit ons bestuur
bekend werd, heeft het de aandacht van het Rijksbureau voor de monumentenzorg erop
gevestigd, en het schijnt, dat het gevaar nu geweken is.

Het bestuur van het Schultehuis te Wanneperveen vroeg om raad in geldelijke
moeielijkheden. Het had dat 17de eeuwsche huis van een inboedel uit de streek voorzien
en ter bezichtiging voor het publiek opengesteld. Het pand moet echter dringend
gerestaureerd worden, wil het niet vervallen. Doch hoe aan de middelen hiervoor te
komen? Ons bestuur heeft den raad gegeven zich tot de vereeniging Hendrik de Keyser
te wenden. Als mijn inlichtingen juist zijn, is er echter kans, dat er hulp van andere
zijde komt.

Op een verzoek om subsidie, gedaan door een commissie voor de herstelling der
Ned. Hervormde kerk te Borne moest afwijzend beschikt worden, aangezien de Bond
slechts bij hooge uitzondering subsidies voor restauraties pleegt te verleenen.

Tot den nieuwen eigenaar der ruïne van Stein in Limburg, welke bouwval met
het omringend geboomte een hoekje van Limburg bekoorlijk maakt, werd een adres
gericht om hem te bewegen af te zien van zijn voornemen om deze ten deele nog uit de
13de eeuw dagteekenende overblijfselen weg te laten ruimen.

Een onzer uit Groningen afkomstige leden vestigde de aandacht op een aanzienlijk
legaat, dat de Ned. Hervormde kerkvoogdij te Groningen zou hebben ontvangen. Het
bestuur herhaalde naar aanleiding hiervan zijn aandrang bij dit college om de St. Maartenskerk
(die twee jaar geleden vele onzer leden binnen haar muren zag) te restaureeren. Een zoo
juist ingekomen brief van de kerkvoogdij, ten antwoord op ons adres, komt straks ter tafel.

Te Zierikzee vroeg een commissie onzen steun bij een adres aan den gemeenteraad,
dat beoogde, in verband met een wijziging in de plaatselijke bouwverordening (waardoor
voortaan plannen van bouw of verbouwing kunnen worden afgekeurd, als zij ontsiering
met zich brengen) een college van advies te doen benoemen, bestaande uit enkele deskundigen,
waarvan er een door Heemschut en een door den Bond van Ned. architecten zou worden
aangewezen. Ons bestuur heeft gaarne adhaesie betuigd, doch tegelijk den wensch
uitgesproken, dat ook de Bond een lid in die commissie zou aanwijzen, aangezien ook
oudheidkundige belangen in het geding kunnen komen.

Verder is onlangs, een adres gericht tot het gemeentebestuur van Ijlst, dat de
oude stadsgracht, reeds door Blaeu geprezen, wilde dempen — wegens verkeersbelangen,
niet als werkverschaffing ditmaal!

Naar aanleiding van een klacht over de weinig tegemoetkomende houding, door
enkele kerkvoogdijen aangenomen tegenover bezoekers, die met een oudheidkundig of
kunsthistorisch oogmerk de door haar beheerde gebouwen komen bezichtigen, richtte ons

147
 
Annotationen