DOI issue:
[Nr. 4]
DOI article:Verslag van den Nederlandschen Klokken- en Orgelraad over het jaar 1918
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0161
Dr. D. W. J. van Heteren, scheikundige aan ’s Rijks munt, ingestelde onderzoekingen
en analyse, van enkele monsters hebben tot zeer uiteenloopende conclusies gevoerd.
Het onderzoek wordt voortgezet over nog meer monsters, en vermoedelijk zal dit jaar
een eerste publicatie kunnen geschieden.
Wat betreft advies voor orgels, verscheiden kerkbesturen en orgelcommissies
hebben, nadat hun uitvoerige inlichtingen waren verstrekt, geaarzeld gebruik te maken
van de voorlichting van den Raad of daarvan zelfs geheel moeten afzien, aangezien
onder de huidige omstandigheden de middelen ontoereikend waren een orgel te
bouwen. Erkend dienen te worden de groote offers, welke voornoemde besturen zich
moeten getroosten, teneinde de bouwsommen bijeen te brengen, waardoor het mogelijk
zou worden kleine gemeenten in deze kosten tegemoet te komen, of geheel kosteloos
te helpen.
Van de verdere bemoeiingen mogen in het Bulletin nog vermeld worden :
D o k k u m.
De Kerkeraad der Gereformeerde gemeente te Dokkum, die ons reeds in 1917
herhaaldelijk inlichtingen vroeg over de restauratie van het orgel in die gemeente, heeft,
aangezien er moeilijkheden waren gerezen tusschen orgelcommissie en orgelbouwer, zich
thans wederom tot onzen Raad om advies gewend, wat tot gevolg gaf, dat eene oplossing
gevonden werd, en de restauratie voortgang hebben kon. Wij meenen te weten, dat het
orgel inmiddels geheel gereed is gekomen.
Laren. (N.-H.)
Ten vervolge op het in het vorig jaarverslag meegedeelde aangaande den bouw
van een nieuw orgel te Laren, kunnen wij thans vaststellen, dat de plannen voor overname
van een gebruikt orgel geheel zijn uitgeschakeld, en men uitsluitend een nieuw orgel
wenscht. De orgelcommissie is in onderhandeling met de firma A. Standaard te Rotterdam,
over een pneumatisch orgel, doch heeft onzen Raad nog niet in de gelegenheid gesteld,
daaromtrent nadere mededeeling te doen.
Schiedam.
De in het vorige jaar uitgedrukte wensch aangaande de restauratieplannen voor
het orgel in de groote kerk te Schiedam is nog steeds niet verwezenlijkt. Wij hadden
gehoopt, dat Kerkmeesters bereid zouden zijn, aan de herstelling een deskundig onderzoek,
desnoods met behoud van reeds genomen maatregelen, te laten voorafgaan. Wij herinneren
hierbij aan den wenk, dienaangaande gegeven door het Ministerie van Binnenlandsche
Zaken, op den voet gevolgd, door eene aanschrijving van de Provinciale Zuidhollandsche
Archeologische Commissie, maar noch het een noch het ander heeft Kerkmeesters tot een
onderzoek kunnen bewegen, zulks op gevaar af, dat een verzoek om eventueelen Rijkssteun
bij een kerk- of venster-restauratie in ongunstigen zin door deze lichamen zal worden
beantwoord.
151
en analyse, van enkele monsters hebben tot zeer uiteenloopende conclusies gevoerd.
Het onderzoek wordt voortgezet over nog meer monsters, en vermoedelijk zal dit jaar
een eerste publicatie kunnen geschieden.
Wat betreft advies voor orgels, verscheiden kerkbesturen en orgelcommissies
hebben, nadat hun uitvoerige inlichtingen waren verstrekt, geaarzeld gebruik te maken
van de voorlichting van den Raad of daarvan zelfs geheel moeten afzien, aangezien
onder de huidige omstandigheden de middelen ontoereikend waren een orgel te
bouwen. Erkend dienen te worden de groote offers, welke voornoemde besturen zich
moeten getroosten, teneinde de bouwsommen bijeen te brengen, waardoor het mogelijk
zou worden kleine gemeenten in deze kosten tegemoet te komen, of geheel kosteloos
te helpen.
Van de verdere bemoeiingen mogen in het Bulletin nog vermeld worden :
D o k k u m.
De Kerkeraad der Gereformeerde gemeente te Dokkum, die ons reeds in 1917
herhaaldelijk inlichtingen vroeg over de restauratie van het orgel in die gemeente, heeft,
aangezien er moeilijkheden waren gerezen tusschen orgelcommissie en orgelbouwer, zich
thans wederom tot onzen Raad om advies gewend, wat tot gevolg gaf, dat eene oplossing
gevonden werd, en de restauratie voortgang hebben kon. Wij meenen te weten, dat het
orgel inmiddels geheel gereed is gekomen.
Laren. (N.-H.)
Ten vervolge op het in het vorig jaarverslag meegedeelde aangaande den bouw
van een nieuw orgel te Laren, kunnen wij thans vaststellen, dat de plannen voor overname
van een gebruikt orgel geheel zijn uitgeschakeld, en men uitsluitend een nieuw orgel
wenscht. De orgelcommissie is in onderhandeling met de firma A. Standaard te Rotterdam,
over een pneumatisch orgel, doch heeft onzen Raad nog niet in de gelegenheid gesteld,
daaromtrent nadere mededeeling te doen.
Schiedam.
De in het vorige jaar uitgedrukte wensch aangaande de restauratieplannen voor
het orgel in de groote kerk te Schiedam is nog steeds niet verwezenlijkt. Wij hadden
gehoopt, dat Kerkmeesters bereid zouden zijn, aan de herstelling een deskundig onderzoek,
desnoods met behoud van reeds genomen maatregelen, te laten voorafgaan. Wij herinneren
hierbij aan den wenk, dienaangaande gegeven door het Ministerie van Binnenlandsche
Zaken, op den voet gevolgd, door eene aanschrijving van de Provinciale Zuidhollandsche
Archeologische Commissie, maar noch het een noch het ander heeft Kerkmeesters tot een
onderzoek kunnen bewegen, zulks op gevaar af, dat een verzoek om eventueelen Rijkssteun
bij een kerk- of venster-restauratie in ongunstigen zin door deze lichamen zal worden
beantwoord.
151