Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Kunstschutz im Kriege
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0222

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Voor den reddingsdienst werden Maubeuge, Valenciennes en Metz de centrale
refugia, met kleinere afdeelingen te Montmédy, Charleville, Sédan en Fourmies. Uit Laon
en Saint Quentin werd veel gered (o. a. de collectie pastels van La Tour), doch de
beperkte middelen dwongen om slechts het belangrijkste uit te kiezen. Te Rijssel was het
meeste reeds door de Franschen geborgen; te Kamerijk verzetten de burgers zich tegen
de overbrenging, totdat het hiertoe te laat was.

In de centrale depots werden later tentoonstellingen gehouden van de opgeborgen
schatten en de foto’s hiervan toonen dat dit met veel smaak is verricht. Van die te
Valenciennes zag ik een met zorg bewerkten gedrukten catalogus. Bij den terugtocht moest
het depot te Valenciennes naar Brussel worden geëvacueerd, waar het vinden dezer
stukken en van de verdere naar Brussel gezonden kisten aanleiding gaf tot den laster
van nog net verijdelden diefstal op groote schaal ten bate der Duitsche verzamelingen
De steeds in triplo gehouden processenverbaal van overbrenging naar de depots zijn op
zich zelf reeds eene afdoende weerlegging van dit meermalen in de pers opduikend
lasterbericht.

Wij besluiten deze afdeeling van het overzicht met het slotwoord van Th. Demmiler
(bl. 110): »In Nordfrankreich kam unser deutscher Bergungsdienst spat, aber für das
Wichtigste nicht zu spat. Es muszte oft mehr improvisieren als organisieren. Aber es hat
gearbeitet. Nicht für den Dank Frankreichs, nicht für egoistische Plane Deutschlands,
sonder für die Sache der Kunst.” Onder zeer ongunstige omstandigheden is door deze
Roode Kruis-ridders der kunst een werk verricht van groote beteekenis voor de ideëele
belangen der menschheid en dit werk verdient eene betere waardeering, dan tot heden
is geschied.

Een volgend artikel is door O. Grautoff gewijd aan het buitenland, waarbij deze
hamert op het vandalisme door vorige geslachten in Frankrijk bedreven. Belangrijker is
wat hij ons meedeelt over de inrichting der service des recherches et des évacuations,
die eigen ateliers had achter de gevechtszone en over eigen transportmiddelen beschikte.
Tienduizend stuks zijn door dezen dienst gered en door vernuftig ingerichte verplaatsbare
machines zijn in verschillende plaatsen (Amiens, St. Omer, Abbeville, Reims) de mooiste
oude glasvensters tijdig uitgenomen. Voor Italië werd reeds een overzicht in dit
Bulletin gegeven. Wij verwijzen verder naar de werken van C. Ricci en U. Ojetti.

Van algemeen belang is de opmerking, hoe noodzakelijk het is om met zorg de
bergplaatsen uit te zoeken, daar de oorlog langer kan duren dan werd verwacht, en het
gedurende langeren tijd opbergen in vochtige of slecht geventileerde kelders op de aldaar
opgeborgen voorwerpen, en speciaal op schilderijen, kan inwerken; ook het met zand-
zakken bekleeden kan op den duur nadeeligen invloed oefenen op het daarachter beschermde
beeldwerk.

Ten slotte nog enkele aanteekeningen over de opvordering van metalen. Van het
opgevorderde koper voor huiselijk gebruik werd het uit kunsthistorisch oogpunt belangrijkste
bewaard, dit mocht echter voor Duitschland Vuoo van het ingeleverde niet overtreffen.

212
 
Annotationen