Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Jonge, Caroline Henriette de: Eenige vondsten in de Utrechtsche Domkerk
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0230

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
opbergen der miskelken werden teruggevonden. Bovendien werd in de kapel, die door
Jhr. G. G. Calkoen en door Mr. S. Muller werd aangeduid als die van Petrus en
Paulus, een fragment van een schildering gevonden, waarop inderdaad deze beide
figuren voorkomen.

De meeste muren vertoonen echter bij het afkloppen der verschillende pleisterlagen
niets bijzonders. Als door een toeval echter bleek bij het bekloppen van den oostelijken
wand van de kapel van Guy van Avesnes, dat het binnenste rondstaafprofiel, aan de

linkerzijde, over een gedeelte met gips was
bijgewerkt. Op zichzelf was ook dit niets bij-
zonders, omdat herhaaldelijk vernielde deelen
van natuursteen slechts met gips zijn volgezet.
Intusschen bleek bij het wegslaan van de gips,
dat in dit geval geen sprake was van een ver-
nield profiel, aangezien een volkomen gave,
speunvormige beëindiging daarvan voor den
dag kwam. (Op de foto blz. 220 nog even
te zien aan de linkerzijde). Dit wees op een
draaipunt, hetgeen bevestigd werd door het
vinden van een tweede dergelijk draaipunt
daarboven, in tegengestelden zin, en van een
afgewerkten aanslag in het overeenkomstige
rondstaafprofiel aan de rechterzijde. Er was
hier dus vroeger een draaibaar luik aange-
bracht. De wand echter vertoonde geen spoor
van eenige beschildering en bleek gemetseld
te zijn van kloostermoppen, 28 X 14 X 7 c.M.,
zooals die in de middeleeuwen gebruikt werden.
De stellige zekerheid dat op deze plaats een
luik geweest was, gaf het recht en den moed
om in deze oude muur een opening te breken
om te zoeken of wellicht daarachter iets aan-
wezig was waardoor het aanbrengen van het
luik gemotiveerd werd. En deze veronder-
stelling bleek juist door het vinden van de spitsboogvormige nis, die op den achterkant
en op de dagkanten van den boog beschilderd is. (Zie fig. blz. 221). Aangezien de
muur vóór de nis was gemetseld, waarvoor men deze alleen plaatselijk had afgehakt,
heeft de schildering weinig geleden, eigenlijk alleen door het inhakken van twee onver-
klaarde vierkante gaten van 10 c.M. zijde, welke echter gelukkig op minder belangrijke
plaatsen zijn terecht gekomen.

Wij hebben hier blijkens de voorstelling te maken met het altaar van S. Margriet,

Muurschildering Oostwand. Grafkapel van
Guij van Avesnes. Aan den dag
gekomen in 1919.

220
 
Annotationen