DOI issue:
[Nr. 6]
DOI article:Verslagen
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0253
waren: vier porseleinen schotels uit het einde der 18de eeuw, in de fabriek van Chantilly
vervaardigd, een aantal schotels, tegels enz. van Limburgsch aardewerk van Dr. A. H.
M. Willemse, terwijl de erfgenamen van Mevrouw Gritters—Molenpage een fraai 18de
eeuwsch gouden horloge met gedreven en geciseleerde kast afstonden.
Het Kon. Kabinet van Schilderijen, (Mauritshuis) verkreeg door aankoop een
schilderij van Harmen Hals, in het Bulletin 1918 p. 214 beschreven en afgebeeld. De
heer D. A. J. Kessler te ’s Gravenhage schonk het museum het belangrijke portret van
Herman Boerhaave, door Aert de Gelder geschilderd, eveneens in het Bulletin 1919,
p. 20 beschreven en afgebeeld. De firma Fred. Muller en Co gaf in bruikleen drie Haagsche
stadsgezichten door Gerrit' Berckheijde geschilderd, terwijl de heer Osmitz te Pressburg
een mansportret van een onbekenden schilder tijdelijk afstond. De gemeente Gorinchem
gaf vergunning om een in den Haag gerestaureerd schilderij van Hendrick Verschuring,
een groep van Gorinchem’s burgemeesters voorstellende, tijdelijk ten toon te stellen.
Kon. Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Steenen. Uit de verzameling
van Dijk van Matenesse werden, behalve eenige kleine penninkjes en munten, 21 zilveren
en 782 koperen Nederlandsche legpenningen tusschen 14-80 en 1540 vervaardigd aange-
kocht. Andere belangrijke aanwinsten vormen de looden penningplaat met borstbeeld
van Engelken Tols (1558), de penningen op de overwinningen van den koning-stadhouder
Willem III, een reeks Hollandsche munten, een gouden dukaton van Utrecht van 1726,
een proefslag op dubbele zwaarte van een leeuwendaalder van Kampen van 1679 en
een tot heden onbekenden looden »tang” van Batavia.
Het museum »Huis Lambert van Meerten' verkreeg eene zeer belangrijke schenking
van jonkvrouwe M. baronesse d’Ablaing van Giessenburg, n.1. een 16 tal portretten van
leden der familie d’Ablaing, waarbij twee door P. Moreelse en twee door G. Honthorst
geschilderd. De heer A. Preyer stond af een zeer fraai beeld van Kwannon gezeten op
een lotusbloem, met rijk bewerkt voetstuk. Verdere aanwinsten bestonden in Delftsch
aardewerk, waarbij een aantal fragmenten in de Schie opgebaggerd, een paar voorwerpen
van textiele kunst, twee gevelsteenen en een basreliëf door M. de Wijs-Mouton. Terecht
betreurt de directrice dat geen uitvoering is kunnen gegeven worden aan het denkbeeld
om in de bovenkamers van het museum eene afdeeling van moderne kunst te vormen.
Het Museum van Oudheden te Leiden werd met een aantal Romeinsche en
Germaansche oudheden en scherven van Frankische en vroeg middeleeuwsch aardewerk,
meerendeels hier te lande gevonden, vermeerderd. Ook de museumbibliotheek werd
belangrijk uitgebreid.
Het Ethnographisch Museum te Leiden verkreeg als voornaamste aanwinsten een
zeer fraaie steenen Boedhakop, een gegoten koperen beeld uit Tibet, verder een aantal
ethnographica, wapens, Japansch en Chineesch porselein enz.
Het Prinsenhof te Delft vermeldt als eenigen aankoop een gegoten ijzeren haard-
plaat met het wapen van Prins Maurits (1628).
V. K.
243
vervaardigd, een aantal schotels, tegels enz. van Limburgsch aardewerk van Dr. A. H.
M. Willemse, terwijl de erfgenamen van Mevrouw Gritters—Molenpage een fraai 18de
eeuwsch gouden horloge met gedreven en geciseleerde kast afstonden.
Het Kon. Kabinet van Schilderijen, (Mauritshuis) verkreeg door aankoop een
schilderij van Harmen Hals, in het Bulletin 1918 p. 214 beschreven en afgebeeld. De
heer D. A. J. Kessler te ’s Gravenhage schonk het museum het belangrijke portret van
Herman Boerhaave, door Aert de Gelder geschilderd, eveneens in het Bulletin 1919,
p. 20 beschreven en afgebeeld. De firma Fred. Muller en Co gaf in bruikleen drie Haagsche
stadsgezichten door Gerrit' Berckheijde geschilderd, terwijl de heer Osmitz te Pressburg
een mansportret van een onbekenden schilder tijdelijk afstond. De gemeente Gorinchem
gaf vergunning om een in den Haag gerestaureerd schilderij van Hendrick Verschuring,
een groep van Gorinchem’s burgemeesters voorstellende, tijdelijk ten toon te stellen.
Kon. Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Steenen. Uit de verzameling
van Dijk van Matenesse werden, behalve eenige kleine penninkjes en munten, 21 zilveren
en 782 koperen Nederlandsche legpenningen tusschen 14-80 en 1540 vervaardigd aange-
kocht. Andere belangrijke aanwinsten vormen de looden penningplaat met borstbeeld
van Engelken Tols (1558), de penningen op de overwinningen van den koning-stadhouder
Willem III, een reeks Hollandsche munten, een gouden dukaton van Utrecht van 1726,
een proefslag op dubbele zwaarte van een leeuwendaalder van Kampen van 1679 en
een tot heden onbekenden looden »tang” van Batavia.
Het museum »Huis Lambert van Meerten' verkreeg eene zeer belangrijke schenking
van jonkvrouwe M. baronesse d’Ablaing van Giessenburg, n.1. een 16 tal portretten van
leden der familie d’Ablaing, waarbij twee door P. Moreelse en twee door G. Honthorst
geschilderd. De heer A. Preyer stond af een zeer fraai beeld van Kwannon gezeten op
een lotusbloem, met rijk bewerkt voetstuk. Verdere aanwinsten bestonden in Delftsch
aardewerk, waarbij een aantal fragmenten in de Schie opgebaggerd, een paar voorwerpen
van textiele kunst, twee gevelsteenen en een basreliëf door M. de Wijs-Mouton. Terecht
betreurt de directrice dat geen uitvoering is kunnen gegeven worden aan het denkbeeld
om in de bovenkamers van het museum eene afdeeling van moderne kunst te vormen.
Het Museum van Oudheden te Leiden werd met een aantal Romeinsche en
Germaansche oudheden en scherven van Frankische en vroeg middeleeuwsch aardewerk,
meerendeels hier te lande gevonden, vermeerderd. Ook de museumbibliotheek werd
belangrijk uitgebreid.
Het Ethnographisch Museum te Leiden verkreeg als voornaamste aanwinsten een
zeer fraaie steenen Boedhakop, een gegoten koperen beeld uit Tibet, verder een aantal
ethnographica, wapens, Japansch en Chineesch porselein enz.
Het Prinsenhof te Delft vermeldt als eenigen aankoop een gegoten ijzeren haard-
plaat met het wapen van Prins Maurits (1628).
V. K.
243