Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0177

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
168 SCHILDER-, TEEKEN-, PLAATSNIJKUNST, ENZ.

De volgende getuigenissen van tijdgenooten en
groote bewonderaars van van Loon bevestigen ten over-
vloede, dat, (gelijk in de inleiding van het eerste stuk
van het Vervolg op Van Loon, blz. 3. gezegd wordt)
het « de kundige Andries Schoemaker was, zoo door-
kneed in het vak der penningkunde en misschien de
grootste en kundigste man, dien ons Land hierin immer
heeft opgeleverd, die zoo veel deel had aan het werk
van den arbeidzamen en edelen Gerard van Loon,
hetwelk ieder welgestemd vaderlandsch hart met innigste
dankbaarheid moet vervullen en van Loon allezins tot
blijvenden roem en eer verstrekt, en dat Schoemaker,
door het besef der voordeelen uit de beoefening der
Vaderlandsche penningen voortvloeiende, zijnen naam
aan de bevordering der zaak zelve heeft opgeofferd. »
Hier mögen nog eenige kleinere bewijzen volgen van
de eer die aan onzen Andries als oorspronkelijk vorscher
en verzamelaar werd gedaan.

Grafschrift voor den Heere Andries Schoemaker,

door Christoffel Bendeker.

« Hier rust het Lijk eens Mans, Wiens naerstigheid en ijver,
Den Geest wel eer ontstak van ’s Lands Histori-Schrijver,

De Penningkunde mist, in Hem, haar Voedsterheer. »

Uit een Gedicht ter Gedachtenis van den Heere
Andries Schoemaker, door P. Langendijk.

« Maar leeft hij nu in ’t zalig leeven,

En zien onze oogen hem niet meer!

Zijn naam blijft op de tongen zweeven
Door Hollands eedle fenixveer,

Het puikjuweel der letterkloeken (t),

Vereeuwigd door zijn Penningboeken.

(1) M. Gerard Van Loon.
 
Annotationen