Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0608

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
58o DICHTKUNST, LETTEREN.

ende ghebrocht » vond algemeenen bijval, en vestigde
niet slechts in Belgie maar tevens in Holland de opmerk-
zaamheid der uitstekendste dichters. Constantijn Huy-
gens, wien een afdruk der eerste uitgave van het lieve
boekjen, gelijk hij ’t noemt, door de zorg van den
Antwerpschen dichter Jakob Cools, ter hand gekomen
was, schreef onzen Hoogleeraar, eenen brief gedagtee-
kend uit Bergen-Opzoom, den 6n Juli 1638, waarin hij
zijne Verdienste als nederduitsche dichter huldigde en
het vaderland geluk wenschte over zijne terugkomst
tot zijne landgenooten. (i) 's Mans dichtarbeid moest
aan de vaderlandsche letteren heilrijk wezen. Een goed
voorbeeld toch is der kunst bevorderlijker dan een hon-
dertal uitgebreide verhandelingen in welke geleerd wordt
waarin zij bestaat. Voor niet eenen Zuid-Nederland-
schen bijschriften-dichter van zijnen tijd moest hij onder-
doen. Verstegen overtrof hij zoo in diepte van gedachten
als in vorm en taal.

Kortom de voortreffelijke, deugdzame Puteanus, die
aan het hoofd zijner latijnschrijvende landgenoten stond,
was een warm liefhebber en onwankelbaar verdediger
zijner moedertaal, en mag als de eerste bijschriften-
dichter diens tijds beschouwd worden. Hij verdient
derhalve onder een dubbel opzicht eene heerlijke plaats
in de Geschiedenis der letteren van het vaderland.

Er bestaan onderscheidene portretten van Erycius
Puteanus. Het oudste dat vvij kennen is van 1614.
Het draagt tot opschrift : 00. IX. XIV, cet XXXIX.
— Pet. de Jode Sculp. et excnd. Deze plaat is thans

(1) Huygens zegt : « Summa cst gratulari me Puteano et patriae
felicem hurie ad suos reditum » Bulletin de Vacadimie royale de
Bclgique, 1848, T. 4, p. 548.
 
Annotationen