DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0673
AANKONDIGINGEN EN ADVERTENTIEN.
Bocftenftennis.
Albrecht Rodenbach. Wanneer deze regelen onder het oog van
het publiek zullen komen, is de gedenkdag aan den jonggestorven
dichter gewijd reeds voorbij.
Het moet ons toch van ’t hart te uiten, hoe warm wij deel-
ncmcn aan alles wat ter eerc van dien wakkeren muzenzoon wordt
gedaan, welke gedurende zijn kortstondig leven meer miskend dan
erkend werd. Zijn voorbeeld om opcnhartig vlaamsche opvoeding en
onderwijs te verdedigen heeft getrokken. Wat velen in z.ijne jaren een
«nisdaad achtten, of althans eene overdrijving, eene ongepaate aanmati-
ging, wordt sedert dien meer en meer als eene daad van plicht, van
moed, van olTer beschauwd.
Spijtig genoeg is het dat sommige Organen, die den jongen strijder
en zijnen vrienden alleszins genegen moesteu wezen, dewijl het vlaamsche
land daaraan groote verplichting heeft, de toorts der tweedracht weder
ontsteken door de bewering dat bij de nagedachtenis van den jeug-
digen kunstenaar in de kerk nict en mag gebeden worden. Verblijdend
is het woord van zeker liberaal orgaan daaientegeu. ♦ Indien de fami-
lie... eene rouwmis laat lezen,... dat is hare zank. Geen deelnemer a.nn
de feesten... heeft het recht haar... dit te beletten. Verwonderlijk
alleen is het dat zulkc eene verdediging noodig is!... Bij 't openen
van het Duitsche porlement gaal elk lid daarvan ter kcrkc waar het
hem jrast. Dat is wclbegrcpeu vrijheid.
Wij kunnon niet nalaten bij deze gelegcnheid onze erkentelijkheid
te betuigen aan den uitgevcr Jules de Meestere-Van Nicuwcnhuyseu
welke de volledige gedichten van onzen liefelijken kunstenaar ter (>erse
heeft gelcgd.
Elkeen weet welk eene diepte van poezie, welk eene reinheid
van gevoel, welk eene waarheid van opvatting, welk eene zedighejd
van toon en godvruchtige stemming in Rodenbachs gedichten leeft en
zweeft. De verspreiding daarvan is dus eene goedc handeling.
Bocftenftennis.
Albrecht Rodenbach. Wanneer deze regelen onder het oog van
het publiek zullen komen, is de gedenkdag aan den jonggestorven
dichter gewijd reeds voorbij.
Het moet ons toch van ’t hart te uiten, hoe warm wij deel-
ncmcn aan alles wat ter eerc van dien wakkeren muzenzoon wordt
gedaan, welke gedurende zijn kortstondig leven meer miskend dan
erkend werd. Zijn voorbeeld om opcnhartig vlaamsche opvoeding en
onderwijs te verdedigen heeft getrokken. Wat velen in z.ijne jaren een
«nisdaad achtten, of althans eene overdrijving, eene ongepaate aanmati-
ging, wordt sedert dien meer en meer als eene daad van plicht, van
moed, van olTer beschauwd.
Spijtig genoeg is het dat sommige Organen, die den jongen strijder
en zijnen vrienden alleszins genegen moesteu wezen, dewijl het vlaamsche
land daaraan groote verplichting heeft, de toorts der tweedracht weder
ontsteken door de bewering dat bij de nagedachtenis van den jeug-
digen kunstenaar in de kerk nict en mag gebeden worden. Verblijdend
is het woord van zeker liberaal orgaan daaientegeu. ♦ Indien de fami-
lie... eene rouwmis laat lezen,... dat is hare zank. Geen deelnemer a.nn
de feesten... heeft het recht haar... dit te beletten. Verwonderlijk
alleen is het dat zulkc eene verdediging noodig is!... Bij 't openen
van het Duitsche porlement gaal elk lid daarvan ter kcrkc waar het
hem jrast. Dat is wclbegrcpeu vrijheid.
Wij kunnon niet nalaten bij deze gelegcnheid onze erkentelijkheid
te betuigen aan den uitgevcr Jules de Meestere-Van Nicuwcnhuyseu
welke de volledige gedichten van onzen liefelijken kunstenaar ter (>erse
heeft gelcgd.
Elkeen weet welk eene diepte van poezie, welk eene reinheid
van gevoel, welk eene waarheid van opvatting, welk eene zedighejd
van toon en godvruchtige stemming in Rodenbachs gedichten leeft en
zweeft. De verspreiding daarvan is dus eene goedc handeling.