Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0762

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
73o AAN KON DI GING EN EN ADVERTENTlfiN.

kunnen wegvallen. Zoo schijnt de mededeeling ook eenigszins over-
bodig dat « Christus vrij was van ijdelheid », wanneer men de geschie-
denis der herders van Bethlehem en die der Driekoningen kent.

De schrijver verlieft zieh tegen het gevaar der nieuwe fransche
romans (14g', en verontechuldigt zieh verder Multatuli te zeer te
hebben gehuldigd; maar een plicht van dankbaarheid noopte hem
hiertoe. Uit alles spreekt een jonge, warme, edele aanleg, die
door Studie gekweekt en aangemoedigd verdient te worden.

— Vondel. De heer Brouwers, past. te Bovenkerk, bij Amster-
dam, heeft, op het « Eucharistisch Congres » te Rijsel, den 5" Decem-
ber 1887, eene voordracht gehouden, getiteld : Le centenaire du
poete hollandais Vondel, die met de wärmste toejuiching is
ontvangen. Voor eenige dagen kwam zij ons toe. Wij halen daaruit
de punten aan welke onze Iezers het meest zullen verrassen.

In Frankrijk zijnde, heeft de spreker met groote beleefdheid, in
edele taal, vooreerst De Franken toegejuicht. Daarna heeft hij, om een
gedacht te geven van Vondels grootheid en beroemdheid, doen
gelden, dat Keulen « a celebre un poete qui n’a jamais ecrit ni
eite un mot d’Allemand. » Dat Keulen Vondels geboortestad was
wordt niet vermeld, maar wel dat « des sa jeunesse il eut un
fort penchant pour la France... II faisait retentir la Hollande des
gloires de la France. » (1) Vondel was dus, zoo zou men in
Belgie allicht denken, een echte franskillon; indien deze uitdruk-
king geen anachronisme wäre.

De spreker doormengt ook zijne redevoering met kleine steekjes
tegen den republikeinschen regeeringsvorm, en zegt o. a. dat
« La Republique venait de condamner ä mort... Olden Barneveit »,
als of Vondel een aanhanger was van ’t monarchisch stelsel en
Olden Barneveit niet de politieke vrijheid, de gedachte van een
vrij gemeenebest vertegenwoordigde.

De heer Brouwers heeft zijne redevoering dus wel naar den
zin der fransche-koningsgezinde partij ingericht, en daardoor Vondels
bedoelingen, geloof ik, niet altijd klaar in ’t licht gesteld. Overigens
verdient de wakkere en begaafde geleerde allen lof dat hij bij
elke gelegenheid, in ’t binnen- en buitenland, in fraaie taal de
grootheid van de agrippijnsche Zwaan, die eenig is in onze letter-
geschiedenis, doet gelden, en bewonderaars daarvoor zoekt te
winnen. 1

(1) Maar vergelijk daarbij o. a. de opdracht van Joannes den
Boetge^ant, aan den duitschen ordenmeester Joannes Mauritius
gericht.
 
Annotationen