Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0041

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
GUIDO GEZELLE.

35

Met zijn groote hoedanigheden en zijn onvolmaakt-
heden, met zijn hoedanigheden van frischheid, oor-
spronkelijkheid, diepe poëzie, klanken-en kleurenrijkdom;
met zijn fouten van slordigheid in het afwerken, van
banaliteit in de uitdrukking, van surproductie en sur-
uitgave van gedichten die geschreven zijn soms opzette-
lijk om een eigenaardig woord of een eigenaardige uit-
drukking er in te plaatsen, blijft dit Rijmsnoer een der
merkwaardigste uitgaven in onze Zuid-Nederlandsche
literatuur, merkwaardig vooral omdat het een werk van
gevoel is. Onze dichters over het algemeen, in hunne sub-
jectiviteit, zijn valsch. De mode van den dag, het succes dat
deze of gene school bekomen heeft, en waarin men ook
wil mededeelen, sporen onze dichters aan — zelfs onze
beste — levenstoestanden te verzinnen, waartoe ze vol-
komen vreemd zijn, in strijd zelfs met hun tempera-
ment, maar die ze dan in valsch klinkende klanken
bezingen, met veel virtuositeit soms, doch zonder gevoel.

Guido Gezelle heeft zijn hart uitgezongen, zijn hart
met al zijn liefde voor de natuur en vooral voor zijn
God, zijn hart met een verkropt en mysterieus leed dat
erin verborgen ligt, zoo vreemd nochtans bij dien zorge-
loozen levenslustigen dichter. Gansch zijn Rijmsnoer is
e'en klank van waarheid en oprechtheid, en was het maar
om die waarheid en om die oprechtheid die zoo diep
ingrijpend klinkt te midden van de moderne komedie
van ongelukkig verliefde jongelingen in de eerste broek
of ongelukkig verliefde getrouwde mannen, warm zittend
in pantoffels naast het vuurtje bij vrouw en kinderen,
en volkomen onwetend van de ruwe slagen van de wereld,
was het maar om die twee hoedanigheden van zijn
Rijmsnoer, nog zouden wij het een welgemeenden welkom
toeroepen in de letterwereld, als een uitstekend, immer
in waarde hooger klimmend vervolg op de vijf oor-
spronkelijke bundels van den gevoelvolsten onzer dichters.
 
Annotationen