Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0087

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
SS

$

SX5


Herfstrozen luidt de titel van een half in gebonden, half in
ongebonden, geheel in dichterlijken trant geschreven boek. dat in De-
cember bij Boucherij, Antwerpen, is verschenen. Herfstrozen ja, maar
als lentebloesem zoo jeugdig en frisch; Herfstrozen, omdat zij toevallig
in ’t najaar bloeien, zonder eenige melankolieke overdracht noch.
figuurlijke bedoeling, tenzij op de rozen, waartoe in den schoot van
de H. Elisabeth het brood der armen werd herschapen ; immers, hier
ook hebben wij eenen schoot voedzaam brood voorhanden.

Hilda Ram’s kunstzuster, M. E. Belpaire, die zoo ruim een aandeel
neemt in het tot stand brengen van het Universiteits-onderricht voor
vrouwen te Antwerpen, is de schrijfster van gemeld boek.

Benevens eenige verhalen, deels uit Wonderland overgedrukt, en
het keurig herwerkte gedicht (vroeger in de Dietsche Warande verschenen)
over de H. Elisabeth, waarin de studie en de omgang van Dr. Schaep-
man niet te loochenen zijn, bestaat het bijzonderste gedeelte van het
werk uit eene merkweerdige studie over Christen Ideaal, die als voor-
rede vao het gedicht over Sinte Elisabeth geldt.

In die studie over Christen Ideaal is de bedreven schrijfster zicht-
baar veel verschuldigd aan den jeugdigen Alfred Tonnelé van Tours,
den begaafden laureaat der katholieke onderwijsgestichten van Parijs, welke
den 14° October 1858, in zijn 27“ jaar door de dood weggerukt werd.
Hij liet handschriften na, welke door prof. Heinrich onder den titel
van Fragments sur l’art et La -philosophie uitgegeven, en door de
Fransche Academie 4 jaren na ’s schrijvers overlijden werden bekroond.

De studie over Christen Ideaal is de omschrijving van Augus-
ttnus’ gezegde : Ars est Filius Patris. Ars beteekent hier Logos.

De studie is in acht paragraplien verdeeld naar de acht zalig-
heden, en die verdeeling — zij mag dan al zonderling of verrassend
voorkomen, — schijnt mij teenemaal gewettigd. Of zouden de Acht
Zaligheden uit de Bergrede met haren zoo machtigen invloed op de
maatschappij, zonder uitwerksel hlijven op de kunst?

In zijne studie over de Christene Kunst in Louis Veuillot’s
Jésus-Christ zegt Cartier dat het leven van O. H. J. C. bij uitnemend-
heid een kunstgewrocht is, dewijl het de uiting is van het volkomen
ware, schoone, goede. God is de volkomen kunstenaar en J. C. is de
 
Annotationen