Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0461

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Bs 3Em6acf|tsgüösn U Maastricht

door DE Ras.

{Slot.)

KWIJL er « gr,o o te trvedracht begonst op te staen »
werd den 24sten October 1465 verklaard, dat de
verschillende attributen door het charter van
1428 aan de acht commissarissen toevertrouwd, vernie-
tigd zouden zijn en dezen alleen recht zouden hebben
tot aanwijzing der ambachtspersonen, w'elke de burge-
meesters en gezworen moeten kiezen, en verder tot kennis
en onderzoek van alle omkooping bij verkiezingen. Dit
is de laatste regeling der stadsregeering onze aandacht
waardig met betrekking tot de evolutie der politieke en
administratieve inmenging der ambachtsgilden. Treedt in
dit laatste privilegie de bemoeiing der souvereinen weer
eenigszins op den voorgrond , toch ziet men dat de
ambachten in dien tijd een belangrijke rol vervulden.
De deelneming der gilden aan het gemeentebestuur be-
paalde zich niet uitsluitend tot hunne medewerking aan
de keuze der bestuurderen. In moeilijke omstandigheden
was de regeering ook verplicht de gildeleden bijeen te
roepen en te raadplegen. Ook kwam het dikwerf voor,
dat de bestuurders der gilden met de magistraten ver-
gaderden, (2) terwijl geen enkele nieuwe belasting of

(1) Zie Dietsche Warande, b], 372.

(2) Raadsnotulen 9 Oct. 1447.
 
Annotationen