Leonis XIII Pontificis Maximi Carmina. A. N. Mutsaers,
leeraar aan liet Seminarie van het Bisdom van ’s Hertogenbosch, geeft
uit te Nijmegen, bij L. C. G. Malmberg, 1897, de Gedichten van
Z. H. Leo XIII, tot op den laatsten tijd aangevuld, met bijzondere
machtiging van den doorluchtigen dichter zelven bij gelegenheid van
zijn Zestigjarig Priesterfeest in het Nederlandsch vertolkt.
Ter inleiding schreef Dr. Schaepman eene puike voorrede, over
de poëzie van Paus Leo XIII. In de Arcadia, onder den naam van
Tearco Tornaceo, Collega van Leo XIII, in Arcadië Heracleus Neander,
kwam het Dr. Schaepman van rechtswege toe de poëzie van den Paus
te bestudeeren. Voor Leo XIII is de poëzie geene levenstaak; zij is
uitspanning, maar de uitspanning van een ernstig man, die geene ont-
spanning zonder inspanning kent. Wat hij te zeggen heeft moet het
zeggen weerd wezen en het moet goed worden gezegd. Zoo vindt
men den geheelen man' in deze gedichten terug; maar men vindt er
niet den geheelen man. Immers, de persoonlijkheid van den Paus
overheerscht het dichtwerk. De studie wordt gesloten met een eigen-
aardig, doch voor beiden vereerend parallel tusschen Innocentius III en
Leo XIII. Zoo luidt de voorrede van Dr. Schaepman, die wellicht als
afzonderlijk opstel in eene nieuwe reeks der belangwekkende Menschen
en Boeken zal gelascht worden.
Die inleiding geldt als aanbeveling voor priester Mutsaers’ werk.
De vertolker heeft de gedichten van den H. Vader in keurige en
sierlijke Nederlandsche verzen overgebracht. Voorwaar, eene verdienste-
lijke, doch geene lichte taak! Dr. C. C.
Das Kunstwerk der Zukunft und sein Meister Richard
Wagner, von Theodor Schmid, S. J., Freiburg im Breisgau, Her-
der’sche Verlagshandlung. Pr. Mk. 2 = fr. 2,50.
Deze studie verscheen in het bekende tijdschrift « Stimmen atis
Maria Laach ». Zij vond zulk een gunstig onthaal dat de uitgever
er toe besloot haar in een bijzonder boekdeel uit te geven.