Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0375

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
spDïöicïjten ojj jBenömnonöe

Öoor 1®iüem (iïnuörott

medegedeeld door JAN BROECKAERT.

ET is gekend dat de Aalstenaars vanouds eenen
hekel hebben tegen hunne geburen van Den-
dermonde, en dat de bewoners dezer laatste stad,
op hunne beurt, geerie gelegenheid laten voorbij gaan
om den hun toegebrachten schimp in soms bijtende
bewoordingen betaald te zetten. Waaruit die oneenig-
heid mag gesproten zijn weten noch de eenen noch
de anderen en vonden wij zelven, alhoewel ons met
de geschiedenis van beide steden hebbende bezig gehou-
den, nergens aangeteekend. Het feit is, overigens, geene
zeldzaamheid. Hoeveel steden en dorpen zouden wij
niet kunnen opnoemen, welke vroeger met elkaar in
onmin verkeerden en zich uit dien hoofde wederzijds
de zonderlingste benamingen naar het hoofd slingerden?
Men denke slechts aan de Maneblusschers van Mechelen
en de Sinjors van Antwerpen; aan de Brugsche Zotten
en de Gentsche Stropdragers; aan de Brusselsche Kie-
kenfretters en de Schapenkoppen van Lier; aan de
Wortels van Ninove, de Hamsche Wuitens, de Zeelsche
Kloddemans, de Grembergsche Zandeters, de Plattekees-
boeren van Opdorp, de Kaalhee'ren van Gijzegem, de
 
Annotationen