*51» ($f c?/“«?ƒ
sg^saggs^ü?
S-Ssf^a^^ta&a
«Een grafsfon In §c Ikrft Dan Sin! ‘fnetcr*
U lUiümu Bnno 16B5*
door ALBERT DE l’ARBRE, met eene aanteekening van
Edw. van Even.
EL bekend als gebruikt in de « Camers van
Rheronka » zijn de titels : prins, deken of
opperdeken en facteur; veel minder gekend is
deze van « capiteyn ».
De benaming capiteyn staat gelijk met die van
hoofdman; deze was de hoogste titel buiten dien van
prins. Men zie hier over Dr. G. D. J. Schotel’s Geschie-
denis der Rederijkers.
Te Leuven, in St-Pieterskerk, bij het altaar van
St Marten vindt men dezen gedenksteen :
ITot meerder eere Godts ende
memorie van den seer achtbaren
JOANNES T’SANTELS
in syn leven dickwyls Bogemeerster
tnde schepene van den Raedt
der stadt Loven, gestorven 1(184
en syne huysvrouw
Maria Leunckens
gestorven 3 april 1084
THOMAS T’SANTELS
I griffier deser stadt ende Capiteyn
der Retorycke
Met
Maria Philippina Oxxo
syne huysvrouw
j gestorven den 21 augusty 1685.
bidt voor hun.
8
sg^saggs^ü?
S-Ssf^a^^ta&a
«Een grafsfon In §c Ikrft Dan Sin! ‘fnetcr*
U lUiümu Bnno 16B5*
door ALBERT DE l’ARBRE, met eene aanteekening van
Edw. van Even.
EL bekend als gebruikt in de « Camers van
Rheronka » zijn de titels : prins, deken of
opperdeken en facteur; veel minder gekend is
deze van « capiteyn ».
De benaming capiteyn staat gelijk met die van
hoofdman; deze was de hoogste titel buiten dien van
prins. Men zie hier over Dr. G. D. J. Schotel’s Geschie-
denis der Rederijkers.
Te Leuven, in St-Pieterskerk, bij het altaar van
St Marten vindt men dezen gedenksteen :
ITot meerder eere Godts ende
memorie van den seer achtbaren
JOANNES T’SANTELS
in syn leven dickwyls Bogemeerster
tnde schepene van den Raedt
der stadt Loven, gestorven 1(184
en syne huysvrouw
Maria Leunckens
gestorven 3 april 1084
THOMAS T’SANTELS
I griffier deser stadt ende Capiteyn
der Retorycke
Met
Maria Philippina Oxxo
syne huysvrouw
j gestorven den 21 augusty 1685.
bidt voor hun.
8