Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0403

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Bïaamscï^ $ltamt in Se Bijnprotiinctr
m in IBJfstfaïnu

door STEPH. BEISSEL, S. J. (i).

E groote invloed, welken de navolgers der gebroe-
ders van Eyck van Vlaanderen op de duitsche,
fransche en italiaansche schilders uitoefenden,
komt meer en meer aan het licht. Het wordt van dag
tot dag meer bekend, dat de hooggeroemde Keulsche
schilderschool, in Keulen zelf, omtrent het jaar 1600,
eenen gansch Nederlandschen aard gekregen had. Het is
veel minder bekend, dat niet alleen in het keurvorstendom
Keulen maar ook in de hertogdommen Gulik, Kleve en
Gelderen, evenzoo als in Westfalen, aan de nederlandsche
meesters den voorkeur werd gegeven, en toch is dit
onbetwijfelbaar waar. Al de schoonste altaren, welke
op dien tijd in de voorgenoemde plaatsen werden opge-
richt, kwamen uit Antwerpen of Brussel. Het is daarom
wel de moeite waard de zoogenaamde vlaamsche altaren
van nader bij te beschouwen.

Het is dikwijls moeilijk vast te stellen, tot welk
tijdstip en welke school van de laatste der zoogenaamde
middeleeuwen, sommige kunstwerken behooren. Door

(1) Stimmen au% Mar ia-La ach. 1895, blz. II en volgg.
 
Annotationen