Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0301

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext

10on&et en öe Surften, (■>

door GUSTAAF SEGERS.

N het jaar 1664 scheen het Turksche gevaar voor
gansch Europa dreigend. « Buiten het Duitsche
Rijk verleenden ook andere Staten en Vorsten
den Keizer — of veelmeer de gansche Christenheid, welke
door de Barbaren bedreigd waren — hunnen bijstand.
Lodewijk XIV zond 6000 man uitgelezen troepen onder
Graaf Colligny. Ook gaf hij aan den Franschen adel de
toelating om aan den krijg deel te nemen. De aanvragen
waren echter zoo talrijk, dat de toelating ingetrokken
werd. Paus Alexander VII beloofde 700,000 dukaten,
de Republiek Genua 200,000. Ook Florence en Mantua
zonden geldsommen en vrijwillige strijders. De Koning
van Zweden zond, behalve wat hij als Duitschen
Rijksvorst verschuldigd was, nog 35oo man, terwijl
Frederik III zich met den laatsten, uitbrekenden oorlog
verontschuldigde». Daarentegen werd,bij deze gelegenheid
bewezen, welke volkeren van Europa, niettegenstaande
hun kolenbrandersgeloof, geld en handel hooger schat-
ten, dan Christendom en beschaving.

(1) Zie Dietsche Warande, bl. 231.
 
Annotationen