Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0210

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
198 GULDEN DER VRIJE VINCKENAERS.

Het Gulden waarover er hier spraak is, schijnt
vóór ’t jaar 1673 ingericht, vermits Karei II, koning
van Spanje, dit jaar het reglement er van goed-
keurde. Nochtans één jaar verliep nog voor dat het
Resolutie Boeck der Vinckenaars begonnen werd;
het Register der Akten van aanvaardiging der leden
dagteekent insgelijks van het zelfde jaar 1674. Deze
naamlijsten doen zien dat het gilde uit mannen der
goede burgerij bestond; de twee laatste leden die
op ’t einde der XVIII8 eeuw, kort voor ’t afschaffen,
ontvangen werden, waren heelmeesters, met name
Nicolaas-Frans De Block en Jan-Frans Van der
Donkt. Het broederschap werd afgeschaft in 1795 (1).

Het wapenschild der Vinckenaers dat tot zegel
diende, verbeeldde Sint Gillis, den abt, houdende in
eene hand zijn staf: met de andere, door een pijl
gekwetst, streelt hij eene hind die zich tegen den stat
opricht. Neven den heilige, is eene kooi met een
vogel er in. Rondom den zegel, leest men : Sente
Gillis Gulden....

Vond het oud spreekwoord : Vinkers, Visschers
en Jagers, zijn Vrouwenplagers, natuurlijk dikwijls
hare toepassing op die gildebroeders, het onder-
houden van ’t Reglement dat gaat volgen kon van de
Gildebroeders Vinckenaars geene slechte christenen
maken.

De leden der Vinckenaars Gulde die, voor hunne
goddelijke diensten, in den oorsprong in de kerk
der Paters Recolletten vergaderden, kwamen, in

(l) Zie Saint Gilles, sa vie, ses reliques, son culte en Belgique
,et dans le nord de la France, par le chanoine Ernest Rembry,
Bruges, 1881, B. II, bi. 235-238.
 
Annotationen