Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0369

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
OMROEPER.

353

«SjiUnfePS.

Pietje Snot is op school bij de Paters. In de Latijnsche les wordt
hem de vertaling gevraagd van dezen volzin :

« Quod patrem decet, id filium saepe dedecet. »

Pietje vertaalt :

Wat een pater zich mag veroorloven, is voor een jongen dikwijls
onbetamelijk...

Leve het Bier !

Höllandsche Revue. In de zesde aflevering der Dietsche Warande,
ongeveer 150 bladzijden groot, heeft de Höllandsche Revue weten te
ontdekken, dat er iets voorkomt over de bierbrouwerij ten tijde van
Karei V. Voor al het overige — over de uitgravingen te Triër, de
schilderkunst te Amsterdam, de uitvoerige kritiek op Vondelteksten,
de beeldhouwkunst van Lagae, enz. enz. heeft de Revueïst geen zin.
Dat mag nu wel eenzijdig heeten, maar is toch een bewijs van oprechte
liefde voor het gerstennat en dat is ook eene deugd, die men erkennen
moet.
 
Annotationen