BIJLAGEN.
— En schoone maagden sterven
Eer zij hun schoonheid derven,
Die, waar Gods liefdezonne gloeit,
In kuische jonkheid eeuwig bloeit.
Jong sterven, die daar zweven,
De vlinders, opgedreven
Bij koesterenden middaggloed,
Die de avondkou’ verstijven doet,
— En blonde knapen sterven
Eer zij hun streven derven
Naar hooger liefde, in waarheid schoon,
Die ééuwig leeft in Sion’s woon.
Jong sterven! — Och, wie wraakt het?
Jong sterven! — Och, wat maakt het?
Jong sterft — o, dood die leven baart! —
Al wat tè schoon is voor deze aard’.
Groesbeek. H. Donders, Pr.
— En schoone maagden sterven
Eer zij hun schoonheid derven,
Die, waar Gods liefdezonne gloeit,
In kuische jonkheid eeuwig bloeit.
Jong sterven, die daar zweven,
De vlinders, opgedreven
Bij koesterenden middaggloed,
Die de avondkou’ verstijven doet,
— En blonde knapen sterven
Eer zij hun streven derven
Naar hooger liefde, in waarheid schoon,
Die ééuwig leeft in Sion’s woon.
Jong sterven! — Och, wie wraakt het?
Jong sterven! — Och, wat maakt het?
Jong sterft — o, dood die leven baart! —
Al wat tè schoon is voor deze aard’.
Groesbeek. H. Donders, Pr.