Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Beets, Nicolaas: Ontleeningen [3]: Cornelis Engebrechtsz. en Hans Burkmair
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0217

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
poneerd, terwijl achter haar over de ook uit Lucas van Leyden's vroege prenten bekende
anorganische rotspartijen een merkwaardig vergezicht — een rivier met scheepjes, op den
oever druk gedoe bij de door Abraham terug veroverde goederen — zich opent.

Typischer voor het pogen van onzen meester is misschien nog de linkerhelft van
het schilderij. De knechten die Abraham verdeelde tegen de vier koningen en waarmee
hij hen sloeg zullen zich weldra weer achter hun heer vereenigd hebben. Twee ruiter-
benden naderen nog van eenigen afstand uit het achterland waar een tentenkamp is
opgeslagen. De derde groep, de talrijkste, die misschien de vier gevangen koningen en

Cornelis Engebrechtsz.: Abraham en Melchizedek.

hun met halve-manen bezaaide banier in haar midden voert, dringt dicht achter den
knielenden Abraham op.

Heel deze linkerhelft van het stuk geeft wel, niettegenstaande de primitieve terrein-
behandeling, den indruk van een sterk en zelfs machtig cavalerie-vertoon.

Die indrukwekkendheid van Abraham's krijgsmacht is echter niet in de eerste plaats
te danken aan die talrijke deels achter elkander schuilgaande soldatenkoppen, waar de
lansen en banieren boven uitsteken. Het zijn vooral die vóóraan rijdende ridders die,
op hunne machtige strijdrossen gezeten, indruk maken. En onder deze is de meest vooraan
staande wel de imposantste.

Op zijn fier stappend, zwaar ros zit, recht en in zijn wapenrusting stram, de ruiter.

205
 
Annotationen