DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:Jaarverslagen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0207
nadat vooraf op 4 juni aan genoodigden gelegenheid tot bezichtiging was gegeven.
In September gewerd de zeer verrassende mededeeling, dat onze stadgenoot, de
heer J. L. H. Beijens, zijne hoogst merkwaardige en belangrijke ethnographische collectie
aan de gemeente Nijmegen ter plaatsing in het nieuwe Museum in eigendom wilde afstaan.
Nadat de collectie-Beijens reeds aan de gemeente was in eigendom overgegaan, is
deze door schenking van den heer G. M. Kam alhier reeds met eenige fraaie voorwerpen
uit diens verzameling verrijkt.”
De aankoopen bestaan dit jaar in hoofdzaak uit te Nijmegen gevonden Romeinsche
Oudheden.
Verslag van het Museum van Oudheden te Rotterdam over het jaar 1912. — Het
bezoek was zeer bevredigend. De aanwinsten bestaan in hoofdzaak uit bouwfragmenten
en tegels, deels uit de door de stad gesloopte huizen, de Prinsenkerk en de Oostpoort.
Bij de tegels bevatten er twee aanduidingen, dat zij gemaakt waren naar prenten van
Adriaan van Nieulandt en Sebastiaan Vrancx. Naar aanleiding hiervan doet de directeur
eenige mededeelingen over verdere door hem geconstateerde navolgingen op tegels. Verder
werd eenig Chmeesch porcelein gelegateerd door den Heer M. Reinkes en werden vier
topographische teekeningen geschonken door den Heer ]. Hudig. Of deze met beter eene
plaats verdienen in de prentverzameling op het Gemeente-archief? Ook worden onder
de aanwinsten vermeld een Lod. XIV deur uit Schoonhoven en haardplaten uit Culemborg
en Nijmegen, die men in een locaal-Rotterdamsch museum, waar over dringend plaats-
gebrek wordt geklaagd, allicht niet zoude zoeken.
Verslag over het voorgevallene in de Gemeente-verzamelingen van Utrecht in 1912. —
Met de voorbereiding van de plannen tot inrichting van het Agnieten-klooster tot museum-
gebouw ging het niet zoo voorspoedig, als het vorig verslag deed hopen. Bij het opmaken
van een ontwerp voor de restauratie kwam de Commissie van Fabricage tot het besluit,
dat de ruimte onvoldoende was. Deze Commissie gaf in overweging om meerdere ruimte
te vinden door den westervleugel te vervangen door een nieuwen, anders ingedeelden
bouw. Over dit plan waren de gevoelens bij de Museum-commissie verdeeld. Aan den
Directeur van Gemeentewerken is thans opgedragen om een nieuw plan te ontwerpen.
Het vermissen van enkele, gelukkig weinig belangrijke, voorwerpen, gaf aanleiding
tot het versterken der bewaking op dagen van buitengewoon druk bezoek.
De aanwinsten voor het Museum bleven dit jaar tot enkele zaken van locaal
belang beperkt. Daartegenover valt te wijzen op zeer belangrijke aanwinsten voor prent-
verzameling in het gemeente-archief
□ □ □
□ □
□
196
In September gewerd de zeer verrassende mededeeling, dat onze stadgenoot, de
heer J. L. H. Beijens, zijne hoogst merkwaardige en belangrijke ethnographische collectie
aan de gemeente Nijmegen ter plaatsing in het nieuwe Museum in eigendom wilde afstaan.
Nadat de collectie-Beijens reeds aan de gemeente was in eigendom overgegaan, is
deze door schenking van den heer G. M. Kam alhier reeds met eenige fraaie voorwerpen
uit diens verzameling verrijkt.”
De aankoopen bestaan dit jaar in hoofdzaak uit te Nijmegen gevonden Romeinsche
Oudheden.
Verslag van het Museum van Oudheden te Rotterdam over het jaar 1912. — Het
bezoek was zeer bevredigend. De aanwinsten bestaan in hoofdzaak uit bouwfragmenten
en tegels, deels uit de door de stad gesloopte huizen, de Prinsenkerk en de Oostpoort.
Bij de tegels bevatten er twee aanduidingen, dat zij gemaakt waren naar prenten van
Adriaan van Nieulandt en Sebastiaan Vrancx. Naar aanleiding hiervan doet de directeur
eenige mededeelingen over verdere door hem geconstateerde navolgingen op tegels. Verder
werd eenig Chmeesch porcelein gelegateerd door den Heer M. Reinkes en werden vier
topographische teekeningen geschonken door den Heer ]. Hudig. Of deze met beter eene
plaats verdienen in de prentverzameling op het Gemeente-archief? Ook worden onder
de aanwinsten vermeld een Lod. XIV deur uit Schoonhoven en haardplaten uit Culemborg
en Nijmegen, die men in een locaal-Rotterdamsch museum, waar over dringend plaats-
gebrek wordt geklaagd, allicht niet zoude zoeken.
Verslag over het voorgevallene in de Gemeente-verzamelingen van Utrecht in 1912. —
Met de voorbereiding van de plannen tot inrichting van het Agnieten-klooster tot museum-
gebouw ging het niet zoo voorspoedig, als het vorig verslag deed hopen. Bij het opmaken
van een ontwerp voor de restauratie kwam de Commissie van Fabricage tot het besluit,
dat de ruimte onvoldoende was. Deze Commissie gaf in overweging om meerdere ruimte
te vinden door den westervleugel te vervangen door een nieuwen, anders ingedeelden
bouw. Over dit plan waren de gevoelens bij de Museum-commissie verdeeld. Aan den
Directeur van Gemeentewerken is thans opgedragen om een nieuw plan te ontwerpen.
Het vermissen van enkele, gelukkig weinig belangrijke, voorwerpen, gaf aanleiding
tot het versterken der bewaking op dagen van buitengewoon druk bezoek.
De aanwinsten voor het Museum bleven dit jaar tot enkele zaken van locaal
belang beperkt. Daartegenover valt te wijzen op zeer belangrijke aanwinsten voor prent-
verzameling in het gemeente-archief
□ □ □
□ □
□
196