Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI issue:
Nr. 6
DOI article:
Boekbespreking
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0261

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
fraaist opgestelde verzamelingen in dezen trant geworden. Er is geen moeite en zorg
gespaard om er een smaakvol geheel van te maken, en men betreurt alleen, dat de Directie
niet een grootere ruimte en een grooter aantal gipsafgietsels tot haar beschikking had om
een vollediger overzicht der beeldhouwkunst in de Oudheid te geven. Het zou jammer
zijn, wanneer deze mooie verzameling niet werd vermeerderd. Door het verschijnen van
een katalogus moet men vreezen, dat vooreerst op belangrijke uitbreiding niet is te rekenen.

De katalogus, in handig formaat uitgegeven, ziet er zeer netjes uit. Een aantal
goed gekozen platen verduidelijken den tekst en vullen het tentoongestelde aan. Men
vindt afbeeldingen van verschillende gevelgroepen, van gebouwen, waar de beschreven
stukken zich bevonden, van beelden, waarvan alleen fragmenten in de galerij aanwezig
zijn. Bij plaat I, overgenomen uit de »Fouilles de Delphes”, had moeten vermeld worden,
dat het zoogenaamde schathuis der Knidiërs, zooals het hier is afgebeeld, geheel op
phantasie berust: het beeldhouwwerk is afkomstig van het schathuis van Siphnos, de

architektuur grootendeels van het schathuis van Massalia, alleen het fundament van het
schathuis van Knidos.

Het doel van dezen katalogus is door de schrijfster in haar voorwoord genoemd:
door enkele aanduidingen behoort de belangstellende beschouwer en de aankomende
student eenigszins van de historische en antiquarische gegevens, wier kennis tot recht
verstand van het kunstwerk noodig is, op de hoogte gebracht, en zijn aandacht op de
voornaamste stijleigenaardigheden daarvan gevestigd te worden. Voor eigen studie zijn
overal litteratuuropgaven aan de beschrijvingen toegevoegd. — Voornamelijk voor hen, die
reeds eemg begrip hebben van de oude beschaving, is de katalogus bestemd; zij die er
niets van weten, zullen van de talrijke onverklaarde antieke namen weinig begrijpen.
Men heeft dus het recht goed werk te verwachten en in vele opzichten is het zeker een
makkelijk en nuttig boekje; bij nadere kennismaking wordt men evenwel eenigszins
teleurgesteld.

Terstond moet worden erkend, dat de schrijfster een zware taak had, vooral,
wanneer men bedenkt, dat de Leidsche verzameling bijna uitsluitend meesterwerken der
Grieksche beeldhouwkunst bezit. Maar hier was nu de gelegenheid gegeven voor een
inleiding in de geschiedenis der antieke beeldhouwkunst, en waar de verzameling alleen
op de hoofdmomenten de aandacht vestigt, had telkens door enkele woorden ter inleiding
van de verschillende perioden de verzameling moeten worden aangevuld. Dan eerst was
de verdeeling in afdeelingen tot haar recht gekomen, die nu door de verschillende
nummeringen voornamelijk aanleiding geeft tot vergissingen bij het naslaan.

Ook door scherper scheiden in de afdeelingen zelf of door een enkele opmerking
in den tekst zou al veel te bereiken geweest zijn. De schrijfster heeft dat nagelaten. De
geheele »Hellenistische kunst” is in één afdeeling ondergebracht en nergens wordt gewezen
op de verschillende scholen. In het hoofdstuk over »de vrije kunst der Vde eeuw’ is
nooit gezegd, of een werk tot de Attische, Ionische of Argivische school behoort.

Van de litteratuur is alleen het allervoornaamste aangehaald : gewoonlijk de katalogus

250
 
Annotationen