Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Boekbespreking
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0262

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
der gipsafgietsels van Berlijn door Friedrichs en Wolters, Helbig’s gids van de verzame-
lingen te Rome (merkwaardigerwijze niet de nog in 1912 verschenen 3de uitgave, die
geheel opnieuw door Amelung is bewerkt, maar de verouderde lste), bovendien het al
te populaire «Baumeister, Denkmaeler”. Telkens mist men de nieuwere litteratuur, die
voor vele werken belangrijke gegevens bevat: b.v. bij alle portretten het groote plaat-
werk van Arndt en de boeken van Delbrück en Hekler, bij de gevelgroepen uit Olympia
de beschouwingen van Hauser in den tekst bij de teekeningen naar antieke vazen van
Reichhold; de katalogus van Amelung van het Vatikaan en de Engelsche katalogus der
verzameling op het Kapitool is niet geciteerd, evenmin de nieuwe uitgave der Kleine
Schriften van Furtwaengler; de naam Loewy wordt nergens genoemd!

De eigenlijke beschrijving is zorgvuldig, maar zonder oorspronkelijkheid. Nieuwe
gedachten zal men er niet in aantreffen. Een groote fout is het, dat niet wordt opgegeven,
wat aan de beschreven werken is gerestaureerd. Op de »Azara-herme” (blz. 71 nr. 9)
komt de naam van Lysippos als maker niet voor. De beeldhouwwerken uit Delphi,
beschreven blz. 27 nr. 7, zijn van het schathuis van Siphnos evenals de onder nr. 5
beschreven kop eener Karyatide. Waarom is bij de »buste van Demosthenes” (blz. 75 nr. 7)
niet vermeld, dat zich een kopie van het geheele beeld van Polyeuktos in het Vatikaan
bevindt ?

De kunsthistorische opmerkingen bepalen zich tot het allernoodigste. In dit gedeelte
schiet de beschrijving zeer dikwijls te kort. Van de geheele twistvraag b.v. omtrent den
oorsprong der Olympische gevels wordt met geen woord gerept, bij den Zeus van Otricoli
ontbreekt de naam van den kunstenaar Bryaxis.

Bijna hinderlijk is soms de beschrijving, wanneer zoogenaamde stijleigenaardigheden
worden opgemerkt. Nergens blijkt het, dat de schrijfster liefde gevoelt voor de groote
kunstwerken, die zij moet verklaren. Van den prachtigen kop van Skopas uit Tegea moet
men lezen, dat hij is «vierkant en knoestig van vorm”.

Ook in dit boek ontbreekt een register.

Flet is zeer te betreuren, dat de Directie van deze fraaie galerij het maken van
een katalogus niet heeft kunnen toevertrouwen aan iemand, die de noodige opleiding had
genoten. Mej. Brants is een nieuwelinge op dit gebied. Wil men dat in aanmerking
nemen, dan zijn zeker de groote vlijt en ijver van de werkzame schrijfster ten zeerste te
prijzen, maar voor het doel, dat zij zich had gesteld, ontbrak het Mej. Brants blijkbaar
nog aan de noodige kennis en ondervinding.

De Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam bezit een verzameling
van een driehonderd afgietsels naar antieke beeldhouwwerken en een ongeveer gelijk
aantal naar werken der nieuwere beeldhouwkunst. Deze verzameling is van een geheel
ander karakter dan de Leidsche en kan gemakkelijker in een katalogus worden beschreven.
Uit verschillende oude verzamelingen zijn in het bezit der Academie enkele zeldzame
afgietsels gekomen van niet meer bekende werken. ïn zijn voorrede vestigt Prof. Dr. Jhr. J. Six

251
 
Annotationen