DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:Ligtenberg, Raphael: Romaansche grafzerken
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0044
vergulde ijzeren kroon, die met kettingen aan het gewelf was
opgehangen. Die tomben waren, volgens het algemeen gevoelen
der tijdgenooten van Lindebom, die van Otto I en zijn echt-
genoote ')• Op een kaart van den plattegrond der kerk, in
1681 geteekend en nog in de Librye aanwezig, staat dit graf
aangegeven in het middenschip bij de viering. Sloet liet daar
een opgraving doen en vond ongeveer 1.50 M. onder den
vloer de bewuste zerk, die thans in een der zuiderkapellen
tegen den oostwand staat.
Deze steen is van beteren huize. De techniek is eveneens
laag-relief, maar de teekening en de uitvoering — voor zoover
de povere resten der figuur nog toelaten te oordeelen — zijn
ongelijk veel beter dan op de vorige zerken. De kop is alweer
geheel weggesleten, doch de onbeholpen stijfheid is uit de
houding weg; er lijkt beweging in die beenen, gang in die
voeten te zitten. Deze stand der figuur, de ietwat nawaaiende
plooien achter de kuiten, het dóórkomen der beenvormen onder
het strak aanliggend gewaad, het onder den arm opgenomen
kleed (van de twee laatste details ben ik niet heel zeker, wegens
de afslijting van het oppervlak) — doet terstond denken aan
oude ivoren; de zerk kan een in steen overgezet en vergroot
vlak van een diptychon zijn. Wij stellen ons dan ook voor dat
de binnenteekening niet ingegrift, maar, zooals uit de waaiende
slippen nog blijkt, ingehouwen is geweest en gemodelleerde
gewaadpartijen tusschen de plooien te zien gaf a).
1) Zie Sloet: Oorkondenb. van Gelderland, I no. 223. — De ijzeren
kroon hangt er gelijk bekend is nog.
d ^W^lt)6" ^ 'voren z^n aan(^acnt heeft geschonken zal bij den steen
te Zutphen tc ^-utPrien z'cri wellicht een stuk herinneren, dat »er dicht bij komt".
Het ware van belang om voor zich zelf het beeld te Zutphen met
eenigen grond te reconstrueeren. De engel der Annunciatie op het
Rand van den grafsteen in de Walburgkerk te Zutphen.
opgehangen. Die tomben waren, volgens het algemeen gevoelen
der tijdgenooten van Lindebom, die van Otto I en zijn echt-
genoote ')• Op een kaart van den plattegrond der kerk, in
1681 geteekend en nog in de Librye aanwezig, staat dit graf
aangegeven in het middenschip bij de viering. Sloet liet daar
een opgraving doen en vond ongeveer 1.50 M. onder den
vloer de bewuste zerk, die thans in een der zuiderkapellen
tegen den oostwand staat.
Deze steen is van beteren huize. De techniek is eveneens
laag-relief, maar de teekening en de uitvoering — voor zoover
de povere resten der figuur nog toelaten te oordeelen — zijn
ongelijk veel beter dan op de vorige zerken. De kop is alweer
geheel weggesleten, doch de onbeholpen stijfheid is uit de
houding weg; er lijkt beweging in die beenen, gang in die
voeten te zitten. Deze stand der figuur, de ietwat nawaaiende
plooien achter de kuiten, het dóórkomen der beenvormen onder
het strak aanliggend gewaad, het onder den arm opgenomen
kleed (van de twee laatste details ben ik niet heel zeker, wegens
de afslijting van het oppervlak) — doet terstond denken aan
oude ivoren; de zerk kan een in steen overgezet en vergroot
vlak van een diptychon zijn. Wij stellen ons dan ook voor dat
de binnenteekening niet ingegrift, maar, zooals uit de waaiende
slippen nog blijkt, ingehouwen is geweest en gemodelleerde
gewaadpartijen tusschen de plooien te zien gaf a).
1) Zie Sloet: Oorkondenb. van Gelderland, I no. 223. — De ijzeren
kroon hangt er gelijk bekend is nog.
d ^W^lt)6" ^ 'voren z^n aan(^acnt heeft geschonken zal bij den steen
te Zutphen tc ^-utPrien z'cri wellicht een stuk herinneren, dat »er dicht bij komt".
Het ware van belang om voor zich zelf het beeld te Zutphen met
eenigen grond te reconstrueeren. De engel der Annunciatie op het
Rand van den grafsteen in de Walburgkerk te Zutphen.