Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Vogelsang, Willem: Openingsrede van den vorzitter Dr. W. Vogelsang
DOI Artikel:
Rooseboom, Matthijs P.: Jaarverslag van den secretaris Dr. M. P. Rooseboom
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0168

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
den Oudheidkundigen Bond van gewicht zijn zich een oordeel te vormen over de
mogelijkheid en de eischen van herstel van monumenten. Daarom ook meenen wij, dat
de behandeling van de aan de orde gestelde stellingen der «Commissie van Advies inzake
het restaureeren van bouwwerken" op deze vergadering eindelijk uitgebracht, van pas
komt en haar welverdiende belangstelling van den kant der leden zal vinden. In dit
verband is het van belang hier te gewagen van de omstandigheid, dat de secretaris van
de Monumenten-Commissie, de Heer Jan Kalf, naar we uit de dagbladen mochten
vernemen, in zijn functie zal blijven. Zijn we welingelicht dan is deze gunstige
wending mede te danken aan de persoonlijke medewerking van Z.Exc. den Minister
van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, hetgeen echter in de couranten niet
werd vermeld.

Laat ik mijn verslag besluiten met het uitspreken van een oprechten wensch naar
een spoedigen en duurzamen vrede in Europa, terwijl Nederland ook in de toekomst
voor de ellende, die wij aan alle kanten hebben aanschouwd, gespaard moge blijven.

JAARVERSLAG VAN DEN SECRETARIS Dr. M. P. ROOSEBOOM.
Dames en Heeren,

Mij rest nu de taak u een overzicht te geven van het wedervaren en den huidigen
stand van onzen Bond. Met het oog op de tijdsomstandigheden werd besloten dit jaar
geene nieuwe leden, zooals gewoonlijk, te benoemen. Zij, die hierom verzochten, werden
echter gaarne in ons midden opgenomen, zoodat, niettegenstaande de meerdere bedankjes
en de verliezen door overlijden, waarbij ik ook in 't bijzonder ons heengegaan corr. lid
Mr. Goekoop herdenk, het aantal correspondeerende leden slechts van 438 op 410 slonk,
terwijl dat der leden van 45 tot 49 en dat der aangesloten vereenigingen van 36 tot 38
steeg. Na den oorlog hopen en verwachten, wij dat ons ledental zich nog meer zal
uitbreiden om zoodoende een hechten band over geheel ons land te vormen.

Ook op het werk van sommige der sub-Commissies deed de oorlog zijn invloed
gevoelen. De Voorzitter der Woordenboek-Commissie is sinds Augustus onder de wapenen,
zoodat de in uitzicht gestelde oplevering, vertraging ondervond. De Commissie voor de
Oost- en West-Indische Compagnie-gebouwen liet verschillende opnamen van gebouwen
maken en zoude, ware mobilisatietijd geen beletsel geweest, reeds gereed gekomen zijn.
Het werk der Restauratie-Commissie ligt echter heden ter vergadering voor u, terwijl op
de jongste algemeene ledenvergadering een nieuwe serie stellingen der nijvere Museum-
Commissie behandeld werd. De kleine Commissie voor de Dominicaner-kerk te Maastricht
werd, onder dankbetuiging aan de Heeren Frederiks, Kalf en Weve voor de bewezen
diensten, ontbonden. De Commissie voor de Grafzerken is diligent en vraagt een crediet
van B. 250 aan ter bestrijding van reis- en onderzoekskosten. Nu hier toch over

152
 
Annotationen