Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Verslagen omtrent 's Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst over 1914
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0283

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
VERSLAGEN OMTRENT 'S RIJKS VERZAMELINGEN VAN GESCHIEDENIS

EN KUNST OVER 1914.

Rijksmuseum van schilderijen. — In de eerste plaats moet de vorstelijke schenking
der dames A. J. Broedelet en S. C. Büchli Fest, erven van den heer W. J. van Randwijk,
vermeld worden. Deze had zijn geheele verzameling aan den Staat vermaakt, echter onder
zulke voorwaarden, dat die door de Regeering bezwaarlijk na te komen waren. De erven
werden echter bereid gevonden, ten gunste van den Staat de testamentaire besluiten, zoo
niet naar den letter dan toch naar den geest uit te voeren en lieten aan den Directeur
de keuze van een twaalftal der kostbaarste stukken. Van deze schilderijen, die alle
uitvoerig in het verslag besproken worden noemen wij : «Souvenir d'Amsterdam" en het
»Sprookje" van Thijs Maris, «Bleekveld" en «Stadsgezicht met Schreyerstoren" van Jacob
Maris, «Noordsche Madonna" van A. Neuhuys. Voorts Bosboom: «Kerk te Trier",
Weissenbruch: «Landschap" en eenige belangrijke schilderijen en eene teekening van de
Fransche schilders Millet, Rousseau, Diaz.

Voor de verzameling oude kunst werden aangekocht: een schilderij van Jurriaen
Jacobson: «Michiel Adr. de Ruyter te midden van zijn gezin", H. ten Oever: «Portret
van een predikant", Q. Brekelenkam: «Een notaris in zijn kantoor", D. Bailly: «Portret
van Anth. Walaeus, rector van de Leidsche Universiteit" en tot slot een aan E. van de Velde
toegeschreven «Oprijlaan".

Voorts werden door de heeren D. baron van Asbeck en H. P. Bremmer en C. Kickert
eenige schilderijen door Jean le Ducq, Arnold van Ravesteyn, B. Maton, Le Fauconnier e.a.
in bruikleen afgestaan.

Bij de restauratie bleek het schilderij: «De begrafenis van een Patriarch", in het
bijzonder de begraven patriarch, geheel overgeschilderd te zijn. Het schilderij, dat na de
noodige herstellingen beter te beoordeelen is, wordt aan de Leidsche school toegeschreven,
en schijnt na verwant aan Corn. Engelbrechtsz.

Rijksprententkabinet. — Aan de verzamelingen werden 5120 prenten toegevoegd.
Daaronder bevonden zich 3626 portretten, af komstig uit de collectie-Drugulin, 498 negen-
tiende-eeuwsche, meerendeels Belgische steendrukken, vormende het laatste gedeelte der
collectie-de la Faille en 84 ex-libris.

Aangekocht werden 209 prenten, voornamelijk moderne kunst, terwijl bovendien
door vrienden van het Kabinet en verschillende kunstenaars vele stukken ten geschenke
werden gegeven. O. m. noemen wij : etsen van F. Buhot, J. M. Graadt van Roggen,
A. Derkzen van Angeren, Walter Vaes, W. O. J. Nieuwenkamp, Ch. Méryon, W. B. Tholen,
gravures van P. Dupont, en een groote verzameling steendrukken door Th. van Hoytema.

De aanwinsten voor de technische verzameling bestaan uit een twaalftal koperen
plaatjes, bewerkt door Mej. A. Leusink naar aanwijzingen van den Directeur, en bestemd
tot demonstratie der ets-techniek. De Directeur is voornemens dergelijke opdrachten voor
alle grafische procédés te laten uitvoeren en bovendien eene verzameling van instrumenten

267
 
Annotationen