Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Six, Jan: Vierde voorloopig bericht omtrent de schilderingen in de kap van de Zuider- of St. Pancraskerk te Enkhuizen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0075

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
VIERDE VOORLOOPIG BERICHT OMTRENT DE SCHILDERINGEN IN DE KAP
VAN DE ZUIDER- OF ST. PANCRASKERK TE ENKHUIZEN L).

Had een vorig jaar verrassingen geleverd, die de verwachting bedrogen, thans blijkt de
Spiegel der menschelijke behoudenis weer een uitnemende gids en zijn alleen boven verwachting
gunstig gebleken de toestand van wat te voorschijn komt en de hoedanigheid van het werk.

Zonder den Spiegel zou het niet te raden zijn geweest wie die rijk gekleede man
is, met een zwaard omgord nederknielend, wien God uit de hemelen de hand rijkt, als
voorspiegeling van de verlossing der heilige Vaderen uit de hel. Ik schaam mij niet te
bekennen hoe ik eerst uit den tekst van het Speculum heb vernomen dat de Chaidaeën
Ur, dat is het vuur, als god vereerden en Abraham, die dit niet wilde, zelf in het vuur
wierpen, en dat de ware God dien hij diende en aanbod, hem barmhartiglijk uit het
vuur der Chaidaeën verloste. Zonder den tekst hadde ik ook uit de afbeelding niet
vermoed dat die man, in het vuur nederknielend, Abraham uit Ur der Chaidaeën getrokken is.
De Conservator der Bibliotheca Rosenthaliana, de heer J. M. Hillesum, was zoo vriendelijk
mij mede te deelen, dat dit verhaal wellicht uit de Joodsche overlevering in Genesis Rabba
stamt. Ook thans blijf ik mij verwonderen; dat de schilder van Enkhuizen uit de beide andere
voorbeelden niet liever de Joden van Pharao of zelfs Loth uit Sodom gered, gekozen heeft.

De overige nieuw van verf ontdane vakken leveren geen moeilijkheden, alleen
moet ik er op wijzen dat ook hier niet trouw aan de volgorde der gebeurtenissen is vast
gehouden ; de Hemelvaart en het Pinksterfeest, de Nederdaling ter helle en de Opstanding
zijn van plaats verwisseld, waaraan het Speculum geen schuld heeft.

De Zuiderbeuk geeft dus thans te zien:

Koornis: Het laatste oordeel.

Noordzijde.

1. Hemelpoort.

2. Hemelvaart.

3. Uitstorting van den Heiligen Geest.

4. Verlossing van de heilige vaderen uit de hel

5. De Opstanding.

6. De Graflegging.

Zuidzijde.

1. De duivel in de hellepoort.

2. Eliah ten hemel varend.

3. Mozes ontvangt de tafelen der Wet.

4. Abraham uit Ur der Chaidaeën verlost.

5. Simson draagt de poorten van Gaza weg.

6. Jonas door het zeemonster verslonden.

Ook hier sluit zich de schilder soms dichter, soms minder bij de houtsneden aan.
Hij laat Jonas uit een koggeschip uitwerpen waarvan de mast gebroken is. Boven de graf-
legging rijst bij hem het kruis op, zoodat te vermoeden valt dat de kruisaflating zal
ontbreken. In deze voorstelling, waar hij nog een vrouw aan heeft toegevoegd, verrast
hij door de uitvoering van zijn koppen. In andere zijn de patronen van zijn stoffen
niet onbelangrijk, zooals in zijn Abraham.

Aan deze laatste voorstelling ontbreekt een enkele plank en zijn een geheele reeks
andere van hun plaats geraakt. Zij zullen weer hun oude orde terug krijgen.

Nieuwe photografieën zijn er, ter bespoediging van het werk, niet genomen.

J. S1X.

1) Bulletin 1912 blz. 51, 1913 blz. 87, 1914 blz. 167.

59
 
Annotationen