DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:Overvoorde, J. C.: De collectie Bisschop in het Friesch Museum
DOI Artikel:Boekbespreking
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0084
aan wien hier een woord van gelukwensen mag gebracht worden voor het bereikte
resultaat. Van zijne hand verscheen bij de opening een rijk geïllustreerde beredeneerde
gids, waaraan wij door de welwillendheid van den schrijver ook de hierbij gevoegde
cliché's ontleenen, die een goed beeld geven van enkele van de belangrijkste voorwerpen
uit de collectie Bisschop.
J. C. O.
■ -■ ■ ■ -■
□ BOEKBESPREKING. □
VOORLOOPIGE LIJST der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst,
Deel III.
Dit werk behoort voorzeker tot de belangrijke publicaties van den laatsten tijd.
Dit boek, waarin de provincie Zuid-Holland behandeld wordt, is een gewichtige bron
voor de Nederlandsche Kunstgeschiedenis. Behalve voor de stad 's-Gravenhage die door
den secretaris, Dr. J. Kalf zelf, en Delft die door Prof. Henri Evers werd bewerkt, zijn
de gegevens door den heer Mr. Dr. J. C. Overvoorde in de jaren 1904—1910 verzameld.
Evenals in de twee eerste deelen (de prov. Utrecht en Drente) zijn de monumenten
volgens de gemeenten, in welke zij gevonden worden, gerangschikt en deze laatste in
alphabetische volgorde opgenomen. De onderverdeeling der monumenten is dezelfde als
die der voorgaande lijsten.
De drie registers: lste een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken,
2de een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken en
3de
een topographisch register, verhoogen het belang van deze uitgave.
Voor de kennis der monumenten in de provincie Zuid-Holland is dit boek een
niet genoeg te waardeeren en kostbare gids.
L. H. E. VAN HYLCKAMA VLIEG. Het raadhuis te Vlaardingen.
De schrijver zendt ons deze smakelijk uitziende brochure van acht bladzijden, een
overdruk van zijn artikel in het »Bouwk. Weekbl." van 9 Januari 1915. Als uitvoerder
der onlangs voltooide restauratie van den voorgevel van het Vlaardingsche raadhuis is
hij de geschikte man om ons over dit gebouw te onderhouden. Na ons uit het verleden
van het stadje een en ander medegedeeld te hebben, verklaart de schrijver, dat er over
de Vlaardingsche gebouwen zoo weinig belangrijke gegevens te vinden zijn. De plundering
van 1574, waarbij het oude stadhuis in vlammen opging, de brand van 1616, en, niet
het minst, de vernieuwzucht der 19de eeuw zijn hier de oorzaak van. En wie hoopt m
de archieven zijn ontbrekende kennis te kunnen aanvullen, komt bedrogen uit. »Zelfs het
jaar waarin een zoo zeldzaam voorkomende bouw als die van een Raadhuis plaats vond,
is alleen uit de ingehakte cijfers boven den ingang te kennen. De rekeningen of betaals-
rollen vermelden niets dan de herhaaldelijk voorkomende mededeeling onder »Uytgeeff",
van 't jaar 1650: «Betaelt de aennemers van het stadhuis voor haer soo verdient loon
68
resultaat. Van zijne hand verscheen bij de opening een rijk geïllustreerde beredeneerde
gids, waaraan wij door de welwillendheid van den schrijver ook de hierbij gevoegde
cliché's ontleenen, die een goed beeld geven van enkele van de belangrijkste voorwerpen
uit de collectie Bisschop.
J. C. O.
■ -■ ■ ■ -■
□ BOEKBESPREKING. □
VOORLOOPIGE LIJST der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst,
Deel III.
Dit werk behoort voorzeker tot de belangrijke publicaties van den laatsten tijd.
Dit boek, waarin de provincie Zuid-Holland behandeld wordt, is een gewichtige bron
voor de Nederlandsche Kunstgeschiedenis. Behalve voor de stad 's-Gravenhage die door
den secretaris, Dr. J. Kalf zelf, en Delft die door Prof. Henri Evers werd bewerkt, zijn
de gegevens door den heer Mr. Dr. J. C. Overvoorde in de jaren 1904—1910 verzameld.
Evenals in de twee eerste deelen (de prov. Utrecht en Drente) zijn de monumenten
volgens de gemeenten, in welke zij gevonden worden, gerangschikt en deze laatste in
alphabetische volgorde opgenomen. De onderverdeeling der monumenten is dezelfde als
die der voorgaande lijsten.
De drie registers: lste een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken,
2de een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken en
3de
een topographisch register, verhoogen het belang van deze uitgave.
Voor de kennis der monumenten in de provincie Zuid-Holland is dit boek een
niet genoeg te waardeeren en kostbare gids.
L. H. E. VAN HYLCKAMA VLIEG. Het raadhuis te Vlaardingen.
De schrijver zendt ons deze smakelijk uitziende brochure van acht bladzijden, een
overdruk van zijn artikel in het »Bouwk. Weekbl." van 9 Januari 1915. Als uitvoerder
der onlangs voltooide restauratie van den voorgevel van het Vlaardingsche raadhuis is
hij de geschikte man om ons over dit gebouw te onderhouden. Na ons uit het verleden
van het stadje een en ander medegedeeld te hebben, verklaart de schrijver, dat er over
de Vlaardingsche gebouwen zoo weinig belangrijke gegevens te vinden zijn. De plundering
van 1574, waarbij het oude stadhuis in vlammen opging, de brand van 1616, en, niet
het minst, de vernieuwzucht der 19de eeuw zijn hier de oorzaak van. En wie hoopt m
de archieven zijn ontbrekende kennis te kunnen aanvullen, komt bedrogen uit. »Zelfs het
jaar waarin een zoo zeldzaam voorkomende bouw als die van een Raadhuis plaats vond,
is alleen uit de ingehakte cijfers boven den ingang te kennen. De rekeningen of betaals-
rollen vermelden niets dan de herhaaldelijk voorkomende mededeeling onder »Uytgeeff",
van 't jaar 1650: «Betaelt de aennemers van het stadhuis voor haer soo verdient loon
68