Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Ligtenberg, Raphael: Romaansche grafzerken
DOI Artikel:
Martin, H.: Romeinsche pottenbakkersovens te Heerlen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0048

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
buitenrand, waardoor een niet bedoelde, maar toch gevoelde evenwichtigheid in het ver-
deden der reliefpartijen verkregen werd; want voor de beelden op de zerken geldt dit niet.

Hier mag nog eens worden gewezen op het belang van mineralogisch materiaal-
onderzoek. De roode zandsteen van den Egmondschen trommel komt zeer waarschijnlijk
uit Westfalen. Prof. Wichmann, die welwillend een stukje onderzocht, noemde het »Sandstein,
der mit grösster Wahrscheinlichkeit der Buntsandsteinformation angehört; Herkunft aus
dem oberen Wesergebiet ist möglich." — Het blijft voor de boven gestelde vraag overigens
vrijwel hetzelfde of de Zwolsche en Egmondsche trommels in Westfalen gemaakt zijn,
of door Westfaalsche beeldhouwers in Nederland öf door Nederlandsche beeldhouwers,
naar Westfaalsche voorbeelden.

R. LIGTENBERG, O. F. M.

ROMEINSCHE POTTENBAKKERSOVENS TE HEERLEN.

INLEIDING.

In het begin van 1912 ontving de Directie van het Rijks Museum van Oudheden
bericht van Piof. Goossens uit Rolduc, dat op een terrein te Heerlen, bekend onder den
naam van »De Linde Weiden" en toebehoorende aan den Heer A. Honigmann aldaar,
bij het afgraven groote hoeveelheden Romeinsch aardewerk waren gevonden. Tevens waren,
volgens het zeggen der arbeiders, eenige ovens reeds vergraven.

De Directie zond ondergeteekende naar Heerlen om het gevonden aardewerk aan
te koopen en om voorts een, zij 't ook voorloopig, onderzoek in te stellen naar mogelijk
nog verborgen ovens.

Wij slaagden er in een groote hoeveelheid aardewerk in ons bezit te krijgen,
waarvan we enkele typen hieronder zullen beschrijven, en vervolgens een viertal ovens
bloot te leggen. Dit resultaat danken wij in de eerste plaats aan de welwillendheid van
den Heer Honigmann, die ons toestond de noodige gravingen op zijn terrein te verrichten,
en waarvoor wij op deze plaats onzen oprechten dank uitspreken. Voorts aan de medewerking
van den aannemer Mengeleers en niet in mindere mate van den Heerlenschen correspondent
van 's Rijks Mus. v. Oudh., den Heer Römgens, die ons in veel behulpzaam was en veel
vrijen tijd er aan gaf om speciaal bij de opmetingen zijne diensten te verleenen. Ook
hem zij hier nogmaals een woord van dank gebracht.

ALGEMEEN OVERZICHT.

De tot nu toe in ons land bekende Romeinsche pottenbakkersovens zijn allen te
Heerlen gevonden. De eerste werd in Februari 1898 opgegraven (vgl. N. R. Crt. van
2 April 1898 en Museum-Verslag van het Rijks Mus. v. Oudh. pag. 30). De beide andere
waarvan nog slechts de plattegrond was weer te vinden, zijn door Prof. Goossens en
Dr. Evelein in 5, pag. 71 ]) beschreven.

1) De cijfers verwijzen naar de rangnummers van het litteratuurlijstje aan het einde van dit artikel.

32
 
Annotationen