Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 8.1915)

IN MEMORIAM

Dr. gisbert brom.

We hebben tot onzen spijt nog geen gelegenheid gehad ook in deze bladen een
enkel woord te wijden aan de herinnering van den, niet het minst in de kringen van den
Oudheidkundigen Bond,
betreurden geleerde Dr.
Gisbert Brom.

Het is hier niet de
plaats om over zijn werk
uit te wijden, trouwens
dit vond reeds elders de
volle waardeering 1).

Een kunsthistoricus
van het vak is Dr. Brom
niet geweest, maar zijn
liefde voor de kunst en
de groote kennis, die hem
in staat stelden in tal van
gevallen den specialist zoo-
wel als den kunstmin-
nenden reiziger te Rome
bij te staan, zijn overbe-
kend. Dat het Historisch
Instituut, dat onder zijn

voortreffelijke leiding
stond, niet beteekende wat
het behoorde te beteekenen
voor Nederland, wanneer
de studie der kunstge-
schiedenis er niet mede in de éérste plaats werd bevorderd en beoefend, stond bij hem
vast en de keuze en benoeming zijner helpers bewezen, dat zijn streven ook door de
Historische Commissie werd gewaardeerd en ondersteund.

Zijn heengaan is temeer te betreuren omdat hij als mensch de kunst verstond te
Rome voor Nederland een milieu te scheppen, dat bij zeer velen een dankbare herinnering
heeft achtergelaten. Zijn innemende, bereidvaardige persoonlijkheid, zijn menschenkennis

1) Zie o. m. Archievenblad 1914/15 p. 104, door Meerkamp van Embden.

219