Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Pit, Adriaan: Aanwinsten van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst
DOI Artikel:
Kerkwijk, A. O. van: Diefstal in het Koninklijk Penningkabinet te 's-Gravenhage
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0080

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
en dan persoonlijke vrijheden; na levendige herinnering worden nieuwe waarnemingen
somwijlen in het beeld vastgelegd.

Verder brengt de kunstenaar het voorloopig niet, de traditie blijft bij de vorm-
geving de overhand behouden. Een rusttijd van meer dan een halve eeuw blijkt noodig
om het oude overgeleverde te doen vergeten, om er het geheugen van te bevrijden. Een
frissche, nieuwe detailstudie kan dan een schat van herinneringsvormen brengen, het
geheugen rijpen tot het scheppen van eene synthese, welke, het kunstwerk beheerschend,
het beeld der renaissance zal geven.

In onze verzameling zijn reeds eenige momenten van dat proces door beeldhouw-
werken vertegenwoordigd. Het tympan van de oude Egmondsche Abdijkerk laat ons,
in zeer laag reliëf de niet veel meer dan graphische uitbeelding zien van symbolen
waardoor menschen worden aangeduid. De twee apostelen uit Odiliënberg zijn in hun
hooger reliëf, op oude Byzantijnsche ivoren geïnspireerd, toch reeds de uitdrukking van
een gevoel voor het weergeven van zelfstandige menschelijke figuren. Zij zijn ontstaan
in eene zelfde ontwikkelingsperiode als de kolombeelden aan de kathedraal van Chartres.
De boven besproken engelenkop vertegenwoordigt een reeds gevorderd stadium van het
karakteriseeren van bepaalde gelaatsuitdrukkingen, zooals de ivoren statuette het gemiddelde
type van dezelfde phase laat zien. De vervaltijd, tevens de heilzame rusttijd van het
vergeten en het elimineeren der 14de eeuw, is te herkennen in het groote staande Maria-
beeld. En zoo zoude ik nog andere monumenten kunnen noemen die de ideale serie,
welke het geschiedkundig verloop in voorstelling moet brengen, thans reeds voor ons
schetsen. Veel ontbreekt nog, te veel dan dat ik lust zou gevoelen mij hier aan eene
opsomming te wagen. Het zij voldoende weer even de ontwikkelings-curve getrokken te
hebben, om het geweten van den verzamelaar wakker te houden.

A. PIT.

DIEFSTAL IN HET KONINKLIJK PENNINGKABINET
TE S-GRAVENHAGE.

Een groot, gedeeltelijk onherstelbaar verlies, heeft het Koninklijk Penningkabinet
geleden, door den diefstal in den nacht van 28 op 29 December 1914. De dief of dieven
hebben zich laten insluiten in de Kon. Bibliotheek of zijn in dat gebouw binnen gekomen
over de daken der naburige huizen, nadat zij eene leegstaande woning, eenige huizen
van het Bibliotheekgebouw verwijderd, waren binnengedrongen. Eenmaal binnen zijnde,
hebben zij een gat gezaagd in het plafond van een der museumzalen en zich vervolgens
langs een touw naar beneden laten zakken. Eerst moest de groote vitrine het ontgelden,
waarin de ingesneden steenen (intaglii) tentoongesteld waren; deze werd stuk getrapt
maar het uithalen der gouden ringen, die alle met ijzerdraad op houten plankjes bevestigd
zijn, nam waarschijnlijk te veel tijd in beslag, zoodat daaruit slechts een vijftal moderne
ringen met gesneden steentjes, stukken van weinig belang of kunstwaarde, ontvreemd zijn.

64
 
Annotationen