Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Rooseboom, Matthijs P.: Jaarvergadering op vrijdag 9 juli 1915 in Musis Sacrum te Arnhem
DOI Artikel:
Vogelsang, Willem: Openingsrede van den vorzitter Dr. W. Vogelsang
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0166

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
geheele groote gezelschap op allervriendelijkste manier door den slotheer, F. J. W. Baron
van Pallandt van Rosendaal, en zijne Vrouw ontvangen wordt. Na bezichtiging van het
kasteel wordt al fresco geluncht in Hotel Krayenstein en gaat het per rijtuig verder over
Beekhuizen naar Middachten. De lange stoet jan-pleziers en landauers trok wel de belang-
stelling der voorbijgangers. In onzen tijd van onrust en gejaagdheid was het voor
menigeen onzer eene bijzondere gewaarwording weer eens op zoo'n rustig sukkeldrafje
van onze schoone Geldersche natuur te kunnen genieten, hetgeen ook zooveel gelegenheid
biedt tot gedachtenwisseling en zich wederzijds op de hoogte stellen van locale oudheid-
kundige belangen, wat toch ook het doel eener jaarvergadering is! Op Middachten
werden wij ontvangen door den Rentmeester, die ons in groepen het interessante en
fraaie kasteel deed zien, terwijl andere groepen intusschen het mooie park doorkruisten.
Een woord van dank aan beide slotheeren voor de vriendelijke manier, waarop zij onze
bondsleden in staat stelden hunne schoone bezittingen te bezichtigen! Op den terugrit
werd gepleisterd aan »de Engel" en werd en passant het kasteel Biljoen van buiten
bezichtigd. Om halfacht vereenigden wij ons aan een maaltijd in Maison de Bruyn, die
in alle opzichten geslaagd mag heeten, zoowel wat tafel als wat stemming betreft.

Alhoewel het weder des Zondags vrij ongunstig was, viel de opkomst om twee uur
nog erg mee en welgemoed stoomde een vrij talrijk gezelschap naar »De Doorwerth". Hier
werden wij rondgeleid door eenige deskundigen, terwijl de Heer Cuypers bij den ingang
eene korte verklaring ten beste gaf, waarbij de ligging van den zooveel besproken gang
ons ook aangetoond werd. Met veel belangstelling werd alles bezichtigd, ook de ontdekte
trappen en de blootgelegde aanlegplaats voor booten in het kasteel, wat zeker wel tot
een der bekoorlijkste hoekjes behoort. Het weer hield zich gelukkig goed en zoo'n oud
kasteel doet eigentlijk veel mooier in een onstuimige en bewolkte lucht dan op een
blakend helderen dag. Van al dat kijken wordt men echter wel erg moe. Dit had de
Heer Scheidius dan ook voorzien en zoo vonden wij in de herberg de Zalmen een
uitstekende thee in alleraardigste omgeving voor ons toebereid, waaraan alle eer bewezen
werd. Bij afwezigheid van den Voorzitter bracht de Heer van Sasse van IJsselt den dank
der aanwezigen aan den joligen gastheer over. Toen togen wij weer via Arnhem naar huis.

M. P. ROOSEBOOM.

OPENINGSREDE VAN DEN VOORZITTER Dr. W. VOGELSANG.

Het geeft ons in deze dagen van buitengewonen ernst zekeren troost en eenige
bevrediging te beseffen, dat hoever ook de menschheid in een crisis, als die wij beleven,
buiten zichzelf kan verkeeren, er toch steeds groepen zijn aan te wijzen, die te midden
van dit gedruisch de werken des vredes betrachten. Na een eerste algemeene ontroering
is dit laatste overal, niet alleen in Nederland, dat tot dusver voor de rampen van den
oorlog gespaard mocht blijven, maar ook in de oorlogvoerende landen het geval gebleken.

150
 
Annotationen