Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Boeles, P. C. J. A.: De beschaving in het merovingische tijdperk
DOI Artikel:
Korte mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0152

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
vondsten van Duurstede, Hallum en Franeker tusschen 740—750 n. C, dus geheel aan
het slot van het hier behandelde tijdperk. In de karolingische periode is het weer in
hoofdzaak frankisch geld vooral uit het atelier te Wijk bij Duurstede dat hier circuleert.
Angelsaksisch geld komt, althans in de Noordelijke provinciën, niet voor, met uitzondering
dan van een enkel muntje. Op hetgeen Brenner zegt over Engeland, komen wij waar-
schijnlijk terug bij de bespreking van het boek van Leeds.

Leeuwarden. Mr. P. C. J. A. BOELES.

KORTE MEDEDEELINGEN.

Amersfoort. — Bij Kon. Besl. is het gemeenteraadsbesluit tot slooping der torentjes
van de Kamperbinnenpoort vernietigd.

Enkhuizen. — Het poortje in de Paktuinen, dat onlangs door een antiquair te
Hoorn aangekocht werd, is nu overgegaan in het bezit van den heer de Vries van
Doesburg, officier van justitie te Leeuwarden. Deze kocht het om zeker te zijn, dat het
voor ons land behouden blijft.

Gouda. — Bij den afbraak van een huisje ten W. van den zuidbeuk der St. janskerk
kwam een laat-Gothisch portaal, met nissen en sporen van beeldhouwwerk, in het zicht.

Een tweede inscriptie op het koorhek wan de St. Pieterskerk te Leiden. — Reeds
vroeger werd hier in het «Bulletin" (ls*e reeks, V, 70) een opschrift medegedeeld,
afkomstig uit den Roomschen tijd, dat thans verscholen zit onder de friezen van het
koorhek in de Sint Pieter te Leiden. Niet minder merkwaardig is de andere inscriptie,
voor zooverre mij bekend nog niet gepubliceerd, welke werd aangebracht op de tegen-
overgestelde zijde van de lat, dus naar de kant van het koor, zoodat de zangers, wanneer
zij na afloop der plechtigheden de kerk zouden verlaten, het ernstig verwijt van den
kerkvader sint Bernardus tot hen bizonderlijk gericht, wel onder de oogen moesten krijgen.
De vroegere archivaris van Leiden, de heer Dozy, had in 1894 gelegenheid dat opschrift
te lezen; hij nam toen kopie ervan en uit zijn aanteekeningen, op het archief van Leiden
berustende, hebben wij het overgenomen. Dat tweede opschrift luidt aldus:

Dum ■ Cantor ■ Populum • mulcet • Suis • vocibus • Deum • Irritat • pravis
Moribus • D[ivu]s • Bernardus. _ A. H. L. HENSEN.

Middelburg. — De heeren Jhr. de Stuers en J. A. Frederiks hebben een huis in
de St. Pietersstraat aangekocht, dat eertijds vermoedelijk tot de Abdij behoorde. De
bedoeling is het tegen kostenden prijs aan het Rijk over te doen, dat het aangrenzende
Archiefgebouw wil uitbreiden. Tevens wordt hierdoor ontsiering der naaste omgeving
voorkomen. Het is een van zware blokken natuursteen opgetrokken gebouw, op het
oogenblik zeer gehavend en dik onder de verf. Van binnen vindt men er Gothische gewelven.

136
 
Annotationen