Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Pit, Adriaan: Aanwinsten van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0079

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
gang gaan en de renaissance voorbereiden, de renaissance in de beteekenis van het ver-
mogen een persoonlijk geheugenbeeld in het kunstwerk tot verschijning te brengen.

In de middeneeuwen, toen na het copieeren van schilderingen en miniaturen, van
Byzantijnsche ivoren, of Romeinsche beelden het ge-
duldig weergeven kwam van treffende onderdeden
naar de natuur, is van een verwerken tot persoonlijk
geheugenbeeld, waarbij het vergeten, het elimineeren
van bijzonderheden een even belangrijke rol speelt
als de herinnering, nog geen sprake. Voor de draperie
geldt zulks evenzeer als voor het naakt van koppen
en handen. Ook de ij verigste studie van een plooienval
zal nooit het levende lichaam onder de stof laten ge-
voelen. Dat wordt pas mogelijk wanneer de beeldhouwer
uit kracht van zijn geheugen, in zijn wetenschap van
lichaamsvormen die niet gezien worden ze toch laat
voelen onder de plooien der gewaden. Hierin schuilt
het geheim van Sluters kunst in het Noorden, van
Quercia's kunst in Italië.

Inderdaad vertoont ons de middeneeuwsche
kunst de vrijwording van de oudheid en het ingaan
tot de natuur. Stap voor stap kunnen wij het proces
volgen. In groote trekken de ontwikkeling van de
plastiek gedurende de middeneeuwen schetsende, zien
wij, dat zij eerst niet anders dan didactisch wil zijn,
voor ongeletterden vertellen de verhalen van Oud en
Nieuw Testament, gelijk de schilderingen aan de
wanden der kerken het deden. De beeldhouwer werkt
in zeer laag reliëf, is niet veel meer dan graphisch
kunstenaar. Maar weldra, toen het beitelen van het
menschelijk figuur als symbool, de belangstelling voor
het reëele gewekt had, wilde de beeldhouwer in aan-
passing aan het bouwwerk, het op zichzelf staande
beeld laten zien. Het menschelijk figuur als kolom is

daarvan een eerste uiting. Niet meer de verwarde

, , ai Gepolychromeerd steen,

compositie van Vezelay en van Autun, maar Apostelen, Midden 14de eeuw.

Koningen en Heiligen als zelfstandige figuren naast

elkaar aan de portalen der kerkgebouwen. In plaats van graphische kunst geeft de
beeldhouwer reeds in beginsel plastiek. Is deze stap eenmaal gedaan, dan worden de
kleine, vreugdevolle ontdekkingen van zekere gelaatstrekken toegepast en schier eindeloos
in alle werken herhaald. Het opmerkingsvermogen van krachtige naturen gunt zich nu

63
 
Annotationen