Wanneer men nog bemerkt, dat buiten de zuidelijke binnenmuren, tusschen Rijn-
en Sabelspoort, een vroeger vaak droogliggend gedeelte van de rivier, door geleidelijke
verandering der bedding en het aanleggen van een dijk bij de stad werd getrokken en
omgeven door een nieuwe vestingmuur: »Het nieuwe werck", waarin de »Nieuwe- of
Waterpoort", dan kan men zich een voorstelling maken van grondvorm, omsluiting en
hoofdstraten-indeeling van Arnhem in het begin van de 17de eeuw.
De Nieuwe- of Waterpoort, eerst in 1620 gemaakt, heeft maar kort dienst gedaan,
want Van Slichtenhorst verhaalt reeds van de »vrije toegeslote" Waterpoort ]).
De St. Janspoort werd afgebroken in 1825; de Rijnpoort in 1827; de Velperpoort in 1831.
Alleen de Sabelspoort bleef, hoewel in anderen staat, bestaan.
Van de Sabelspoort wordt in de archieven het eerst gesproken in 1357, in welk
jaar »de muur tusschen deze en de Rijnpoort grootendeels wordt uitgebeterd" 2). Men
vindt vermeld, dat in 1440 de toren
werd afgebroken en de poort, in
verval geraakt, opnieuw werd ver-
sterkt. Van het in het begin der
16de eeuw bijgebouwd rondeel is
thans niets meer over; het werd
afgebroken in 1808. Het poort-
gebouw werd later gebruikt voor
opsluiting van krankzinnigen en
tot bewaring van geschut en een
der torenvertrekken als »Tolkamer"
der Geldersche Rekenkamer. In
1625 was de doorgang der poort
aan de stadszijde verwijd en in
1647 had wederom een verbouwing Afb 5 De St. Janskerk.
plaats, door Arien Verhoeff, die
de poort in den staat bracht, zooals die thans nog grootendeels aanwezig is. Eenige jaren
geleden is ze uitwendig gerestaureerd.
Het baksteenen gebouw op vierkant grondvlak is aan de buitenzijde geflankeerd
door ronde torens met vernieuwde kanteelen; ze gaan gedeeltelijk schuil achter moderne
huizen. Aan de stadszijde is een hardsteenen klassieke poortomlijsting aangebracht, waarvan
het fronton met het wapen der stad is versierd en, in het fries der kroonlijst, de herstelling
in het jaar 1647 is gememoreerd door een inscriptie, die het jaartal en de namen der beide
burgemeesteren uit dien tijd aangeeft (Anno — R. van Arnhem et A. Tulleken Coss. — 1647).
De doorgang, waarin de sleuf nog aanwezig is voor het valhek, is aan de stadszijde
1) »XIV Boeken van de Geldersche Geschiedenissen", 1653.
2) Staats Everts, «Kroniek van Arnhem".
83
en Sabelspoort, een vroeger vaak droogliggend gedeelte van de rivier, door geleidelijke
verandering der bedding en het aanleggen van een dijk bij de stad werd getrokken en
omgeven door een nieuwe vestingmuur: »Het nieuwe werck", waarin de »Nieuwe- of
Waterpoort", dan kan men zich een voorstelling maken van grondvorm, omsluiting en
hoofdstraten-indeeling van Arnhem in het begin van de 17de eeuw.
De Nieuwe- of Waterpoort, eerst in 1620 gemaakt, heeft maar kort dienst gedaan,
want Van Slichtenhorst verhaalt reeds van de »vrije toegeslote" Waterpoort ]).
De St. Janspoort werd afgebroken in 1825; de Rijnpoort in 1827; de Velperpoort in 1831.
Alleen de Sabelspoort bleef, hoewel in anderen staat, bestaan.
Van de Sabelspoort wordt in de archieven het eerst gesproken in 1357, in welk
jaar »de muur tusschen deze en de Rijnpoort grootendeels wordt uitgebeterd" 2). Men
vindt vermeld, dat in 1440 de toren
werd afgebroken en de poort, in
verval geraakt, opnieuw werd ver-
sterkt. Van het in het begin der
16de eeuw bijgebouwd rondeel is
thans niets meer over; het werd
afgebroken in 1808. Het poort-
gebouw werd later gebruikt voor
opsluiting van krankzinnigen en
tot bewaring van geschut en een
der torenvertrekken als »Tolkamer"
der Geldersche Rekenkamer. In
1625 was de doorgang der poort
aan de stadszijde verwijd en in
1647 had wederom een verbouwing Afb 5 De St. Janskerk.
plaats, door Arien Verhoeff, die
de poort in den staat bracht, zooals die thans nog grootendeels aanwezig is. Eenige jaren
geleden is ze uitwendig gerestaureerd.
Het baksteenen gebouw op vierkant grondvlak is aan de buitenzijde geflankeerd
door ronde torens met vernieuwde kanteelen; ze gaan gedeeltelijk schuil achter moderne
huizen. Aan de stadszijde is een hardsteenen klassieke poortomlijsting aangebracht, waarvan
het fronton met het wapen der stad is versierd en, in het fries der kroonlijst, de herstelling
in het jaar 1647 is gememoreerd door een inscriptie, die het jaartal en de namen der beide
burgemeesteren uit dien tijd aangeeft (Anno — R. van Arnhem et A. Tulleken Coss. — 1647).
De doorgang, waarin de sleuf nog aanwezig is voor het valhek, is aan de stadszijde
1) »XIV Boeken van de Geldersche Geschiedenissen", 1653.
2) Staats Everts, «Kroniek van Arnhem".
83